SAMKISO
Kh. Pherai,
Bussumsestraat 153,
2574 JG DEN HAAG
Telefoon: 070 -3235050
Den Haag, 6 januari 1995
Aan de heer Pt. Samkisoor Changoe
Leyweg 1376
2545 HM DEN HAAG
Geachte heer pandit Changoe,
“De hele wereld is een leraar voor de wijzen, maar voor de dwaas is het hele
universum vol vijanden”.
Uit Manoe Smriti, Hfdst. 2, Sloka 111
Djo adharm se bolta hai aur djo adharm se poechhata hai, donon men maryada ko atikraman karne wala marta hai doesh ko prapt karta hai.
Sloka 116
Djo vipra abhiwadan karne ka pratyabhivadan karna nahin djanta ho oese panditon ko abhivadan nahin karna chahie kyonki djaise soedra hai vaise hie wah bhie hai.
Sloka 140
Djo brahman shishya kaa oepviet karaaker oese kalp aur rahasya
(yagyaa vidyaa aur oepnisad) ke saath veda parhaata hai, oesie ko acharya kahate hai.
Sloka 155 + 156
Djaise kaath kaa haathie aur chamre kaa mrig waise hie anparh brahmaan kewal naamdharie hotaa hai.
Hfdstuk 11 sloka,s 97 en 98.
Yasya kaayagatan brahma medyenaaolaawyate sakrit
tasya wyapaiti bradhaamanyan soedratwawam cha sa gachchhatie
eshaa wichitraabhihitaa soeraapaanasya nishkritih
srnat oerdhwa prawakshyaami soewarnasteyanishkritam
Djis brahmana ke sarier sthit brahma(aatmaa) ek baar bhie madiraa se plaawit ho djaatie hai, oesakaa brahmanatwa nast ho djaataa hai aur wah soedrawet ho djaataa hai. Yah madiraapan kaa wichin praayashchitta kahaa, ab iske baad sonaa choeraane kaa praayashchitta kahoengaa.
Romaharsana was in een Ksatriya familie geboren. Hij was geboren in een suta
ofwel gemengde familie, als zoon van een Braahmaanse moeder en een Ksatriya
vader. Suta Goswami’s zitplaats op de Vyasasana (preekstoel) was waardig
gekeurd door alle aanwezige rishi’s (zieners): omdat hij kenner was van de
Superziel (brahman).
Hij was bekend als Romaharsana Suta Goswami en zijn zoon heette Ugrasrava
Suta Goswani.
Suta Goswami was de wijze die de gesprekken tussen Pariksit en Sukadeva
verhaalde voor de wijzen die bijeen waren gekomen in het woud van
Naimisaranya. Sringi rishi was een zoon van Saunaka rishi.
Saunaka rishi had spijt ervan dat hij zijn zoon een mantra had geleerd om
iemand te vervloeken. Pariksit werd door rishi Sringi vervloekt omdat hij
een dode slang om de hals van zijn vader rishi Saunaka had omgedaan.
Pariksit was een toegewijde van Heer Shri Krishna. Heer Shri Krishna kon hem
gered hebben van de vloek, maar deed dit niet omdat het Shri Bhagavatam Purana en overige Purana’s geopenbaard moesten worden. Eerder had Shri
Krishna, Pariksit gered van Brahmastra (atoomwapen dat wordt voortgebracht
door het chanten van mantra’s) die door de lafhartige Asvatthama was
geschoten om de foetus in de buik van Uttara te vernietigen. Vyasadeva gaf
aan Asvatthama de opdracht om de Brahmastra terug te roepen maar dat had hij
van zijn vader Dronacharya niet geleerd. Ardjuna had van zijn guru
Dronacharya wel de mantra geleerd hoe hij de Brahmastra terug kon roepen.
Suta Gosvami voerde oorspronkelijk het woord bij de samenkomst in het woud
van Naimisaranya, maar hij werd gedood door Heer Balarama omdat hij voor hem
geen respect toonde.
Saunaka rishi was het hoofd van de wijzen die aanwezig waren in Naimisarnya
toen Suta Goswami het Srimad-Bhagavatam Purana verhaalde.
Heer Samkisoor, ik heb u 7 jaar geleden gezegd dat u een verkeerde uitleg
geeft van sloka’s van de Bhagavad Gita. Dat was een vingerwijzing van mij
aan uw adres. U verzocht mij daarop om u het niet moeilijk te maken over de
verkeerde uitleg van het bovengenoemde heilige schrift. Heer Shri Krishna
heeft de juiste uitleg gegeven. Maar jullie proberen het volk dat niets van
deze geschriften afweet in de maling te nemen. Er zijn 28 belangrijke helse
planeten? Weet u voor wie deze bestemd zijn? Voor mensen als u!
U zegt dat u een Braahmaan bent. Ik zeg dat u gewoon een Hindoe bent.
In Suriname verkocht u houtskool en deed ook het werk van poerohit.
Uw zoons zijn handelaren (vaisya).
Wat voor opleiding hebben Parsuram Tewarie en Surinder Tewari genoten dat
zij zich Braahmanen mogen noemen? Voldoen zij wel aan de vereiste
voorwaarden?
Laatstgenoemde heeft een gebouw gekocht en er een mandir van gemaakt.
Voor toegewijden is een mandir erg belangrijk. Maar anderen doen dit om er
rijk van te worden.
De mens moet eerst zijn/haar innerlijke mandir schoonmaken voordat hij/zij
een mandir voor het volk opzet. Maar geld is erg belangrijk voor zulke
mensen.
Er komen teveel klachten binnen.
Zeg aan Parsuram en Surinder Tewarie dat ik geen Lalbahadoersingh ben.
Wie de kennis ervoor bezit mag het werk van Karmkand doen.
Parsuram Tewari en Surinder Tewari waren bij de heer Lalbahadoersingh thuis
gegaan om hem het werk van Karmkand te verbieden. Vrezen deze twee voor
broodverlies of concurrentie.
Tegenwoordig zie ik ook dat mensen hun namen veranderen om een zogenaamde
Brahmaan te zijn. Er zijn hier genoeg voorbeelden van.
Anderen beginnen met een Stichting en roepen mensen op om zitting in het
bestuur te nemen.
Een Stichting wordt door een paar mensen opgericht met een speciaal doel.
Tegenwoordig organiseren zogenaamde Brahmanen reizen naar India en overige
landen. Dit is toch het werk van een Vaisya. Dus het gaat hier om hun eigen
zak te vullen.
Ik heb gehoord dat er in India diverse keren gedebatteerd is over het
Braahmaanschap. Wie hebben aan deze debatten deelgenomen? Ik daag alle
zogenaamde Braahmaanen (waar ook ter wereld) uit om een debat met mij aan te
gaan. Ik zal maar een paar minuten nodig hebben om hen allen te verslaan.
Kent U het verhaal van de Guru van Djanak, Vandi die door de 12 (twaalf)
jarige Ashtavakra werd verslagen. Hij noemde alle aanwezige Braahmaanen
chaamar.
Janaka stelde aan de twaalfjarige wijze Ashtavakra de volgende vragen:
1. Hoe verkrijgt de mens kennis? Hoe wordt bevrijding ervaren?
En hoe wordt ongehechtheid bereikt? Zeg mij dit o Heer.
2. Ashtavakra antwoordde:
Indien gij streeft naar bevrijding mijn zoon, vermijd dan de voorwerpen
der zinnen als vergift en streef naar (betracht lett. zoek)
vergevingsgezindheid, oprechtheid, vriendelijkheid, tevredenheid en
waarheidlievendheid als de zoetheid des levens (lett. nectar).
3. Gij zijt noch aarde, noch water, noch vuur, noch lucht, noch ether.
Zo gij bevrijding wilt ervaren, weet dan dat het Zelf de Getuige is van
dit alles en dat het Bewustzijn Zelf is.
4. Als gij u onthecht aan uw lichaam (d.w.z. weet dat gij niet uw lichaam
bent) en vertoeft in Intellect (doorlicht Inzicht, Bewustzijn) zult ge op
datzelfde ogenblik gelukkig zijn, vol innerlijke vrede en vrij van
slavernij( gebondenheid)
5. Gij behoort niet tot de kaste Braahmaanen of tot welke anders kaste dan
ook, of tot welke Ashrama dan ook. Gij wordt niet waargenomen door het
oog. Ongehecht, zonder vorm en de Getuige van alle dingen zijt gij.
Wees verblijd (sukhi).
6. Deugd en ondeugd, vreugde en smart, ontspruiten aan het denkvermogen,
niet aan U, o gij-alles-doordringende Werkelijkheid. Gij zijt noch degene
die doet, noch degene die geniet. Waarlijk gij zijt eeuwig vrij.
7. Gij zijt de Ene Ziener van alle dingen en waarlijk eeuwig vrij.
Hierin alleen ligt uw slavernij, dat gij de Ziener beschouwt als iets
anders.
8. Zelfzucht in de vorm van ik ben de doener ‘is als een grote zwarte
gifslang. Het tegengift tot zijn vergift ligt in de erkenning van het
feit: ‘Ik ben niet de doener’. Drink de nectar van het rotsvaste geloof
(vertrouwen) ‘ik ben niet de doener’ en wees verblijd.
Bovengenoemde verzen kunnen jullie van mij in het Hindie ook krijgen.
Aangezien ik diverse boeken heb geraadpleegd, ben ik maar een keer
tegengekomen dat een echte Braahmaan door de Saktie (energie) van Mantra
een dochter uit zijn mond verwekt heeft. Dat is de vader van Padma. Omdat Ravana Padma zonder haar te vragen had aangeraakt, werd hij door haar vervloekt in de vorm van dat zij de oorzaak zou worden van zijn dood. Zij werd in haar volgende incarnatie Shri Sita Mataa. Ravana was toch een achterkleinzoon van Brahma. Hoe werd hij een raakhas.
Misschien weten jullie het niet; de tijd van gemeenschap (coïtus)
voor het verwekken van Ravana was niet goed. Voor Vibhisana hadden zijn
ouders het juiste tijdstip gekozen, vandaar dat hij een echte toegewijde van
Heer Shri Rama was geworden. Ik vraag me af of de ouders van de zogenaamde
Braahmanen ooit de juiste coïtustijd hebben gekozen.
Neen, dat hebben ze nooit gedaan vandaar dat er zoveel ellende heerst waar
dit soort mensen wonen.
Bij mij rijzen de volgende vragen:
a) Voor wie zijn de drie guna’s bestemd, te weten:
De sato-guna(goedheid), rajo-guna (hartstocht) en tamo-guna
(onwetendheid)
Zijn de zogenaamde Braahmanen zonder guna’s? (dus guna hien)
Dus ze zijn allemaal Bhagavan. Anderen noemen zich Bhagavan.
Bhagavan betekent:
bha betekent ten eerste: “hij die volkomen ondersteunt”
ten tweede: “behoeder”
ga, de tweede lettergreep betekent: gids,leider of schepper.
va (of ba), deze lettergreep betekent: dat ieder wezen in Hem leeft en
dat Hij ook in ieder wezen leeft
Bhagavan vertegenwoordigt oneindige kennis, macht, kracht, rijkdom en
invloed – en dit alles zonder een zweem van materiële verwarring.
b) Zijn de zogenaamde Braahmanen wel kenners van het Ksetra (het fysieke
lichaam). De ksetrajnana echte, degeen die het veld kent, de eigenaar
ervan, is van andere aard. Dus kenner van de micro-cosmos.
c) Hebben de zogenaamde Braahmanen het Shiva Samhita gelezen? Als het nog
niet gebeurd is, dan is de tijd er nu rijp voor, vandaar dat jullie niets
van je eigen lichaam weten.
d) Wat weten de zogenaamde Braahmanen van de acintya-saktie? Het werkt toch
in elk lichaam op dezelfde manier? Of werkt dit anders bij de zogenaamde
Braahmanen?
e) Wat weten de zogenaamde Braahmanen van de zevenvoudige bestaanswijze?
Houden zij zich zelf voor gek dat zij van geboorte Braahmaan zijn?
f) Wat weten de zogenaamde Braahmanen van de geboorte van de zonen van
Brahmaa. Zie bewijsmateriaal hoe de zonen van Brahmaa geboren zijn.
Door toedoen van zogenaamde Braahmanen zijn veel Hindoes – Moslims,
Christenen of Sikhs – geworden. En het ergste is dat zovelen het nog steeds
worden door het hele kastensysteem van India.
Een ras (volk) met diverse religies vecht met elkaar.
Wie zijn de veroorzakers van bovengenoemde godsdiensten?
Het kastensysteem. Dus de zogenaamde van geboorte Braahmanen.
Uit het Srimad-Bhagavatam[ Canto 3, Hfdst. 12. vers 2].
sasarjagre `ndha-tamisram atha tamisram adi-krt mahamoham ca mohan ca tamas cajnana-vrrayah.
VERTALING
Brahmaa schiep eerst de toestanden van onwetendheid, zoals zelfbedrog,
doodsangst, woede na frustratie, vals eigenaarschap en de illusoire gedachte
dat men zijn lichaam is, ofwel het vergeten van zijn ware identiteit.
sva-vid-varaahostra-kharaih samstutah purusah pasu nat yat-karna-pathopeto jaatu naama gadaagrajah.
VERTALING.
Mensen die zich gedragen als honden, zwijnen, kamelen en ezels, loven
degenen die nooit luisteren naar beschrijvingen van het transcendentale spel
en vermaak van Heer Sri Krishna, die het kwaad verdrijft.
Onder welke tithi, nakshatra (swami) van de nakshatra en rishi van de nakshatra teweten Marichi, Vasishta, Angiras, Atri, Pulastya, Pulaha en Kratu), waar (dag van de week), yoni (dierlijke eigenschap), isht (elke sterrenbeeld heeft een heersende God of devata), gana (deva, manu, raaksha), solar luna yoga zijn de zogenaamde Brahmanen geboren? Zijn jullie allen uit
de mond van Brahmaa de schepper geboren en zijn de overige mensen geboren of
ergens anders vandaan gekomen? Hebben de zogenaamde Brahmanen meer hoofden,
ogen, neuzen, oren, handen, voeten, chakra’s, hogere I.Q en hoe ziet hun
aura eruit (welke kleur of kleuren)? Ik hoop dat jullie binnen zeven dagen
al deze vragen voor mij zullen beantwoorden. Verder wil ik de zogenaamde
Brahmanen de volgende raad geven om de Bhagavad Gita, Mahabharata, Ramayana
en overige geschriften heel goed te gaan bestuderen om zich zelf te kennen.
Zo zullen jullie te weten komen dat iedereen hetzelfde is en alleen in
guna’s en karma verschillen.
De gemeenschap wordt teveel door jullie belazerd. Eenvoudige voorbeelden:
Moel-shantie, Grah-shantie, Panchak, Janew (door janew wordt niemand
Brahmaan. Een brahmacarya moet aan 17 voorwaarden voldoen. Bhagavan eist
geen geld, een bloem of toegewijde dienst is genoeg voor de Here God.
Maar zogenaamde Brahmanen eisen veel geld voor hun dienstverlening.
Ik schrijf deze brief als een waarschuwing voor jullie. Na het verschijnen
van mijn boek zal de jongere generatie wakker geschud worden.
De Svetasvatara Upanisad zegt:
kesaagr-sata-bhaagasya sataamsah sadrsaatmakah
jivah suksma-svarupo ‘ yam sankhyaatito hi cit -kanah.
De afmeting van de ziel, de eigenaar van het lichaam, is volgens dit vers
een tienduizendste deel van de punt van een haar. Dit is erg klein-atomisch.
Maar mijn lichaam werkt dankzij dit atomische, geestelijke. Deze atomische,
geestelijke energie bevindt zich in mijn lichaam en daarom functioneert het
lichaam en vliegt het vliegtuig. Is dit zo moeilijk om te begrijpen?
Tot heden wordt een verkeerde uitleg door de zogenaamde van geboorte brâhmanen uit de heilige geschriften van Sanatana Dharma gegeven.
Dit gebeurt zowel in India als daarbuiten. De Hindoe achterban wordt om zo’n manier misleid.
Volgens hun uitleg is een braahmaan uit de mond van Brahmaa, kshatriya uit zijn borst, vaisya uit zijn dijen en de soedra uit zijn voeten geboren.
Dit was voor mij de aanleiding om de zaak grondig te onderzoeken en ik kwam
tot de conclusie dat de geleerden van India nooit wisten wat er precies in de geschriften staat.
Dit is voor het eerst door mij op de wereld bewezen dat iemand van geboorte
geen braahmaan is, maar een gewone mens die ook moet studeren om zijn
handelingen te verrichten.
Bhagavad-Gita Hoofdstuk 7.12
ye caiva sâttvikâ bhâvâ râjasâs tâmasâs ca ye
matta eveti tân viddhi na tv aham tesu te mayi
Weet dat alle zijnstoestanden – zij het in goedheid, hartstocht of onwetendheid – gemanifesteerd worden door Mijn energie. In zekere zin ben Ik alles, maar Ik ben onafhankelijk. Ik ben niet onderhevig aan de hoedanigheden van de materiële natuur, omdat deze zich integendeel in Mij bevinden.
Op dezelfde manier komen alle hoedanigheden van de materiële natuur – goedheid, hartstocht en onwetendheid – voort uit de Allerhoogste Heer, Vishnu, Krishna, maar Hij is niet onderhevig aan de materiële natuur. Daarom is Hij nirguna, wat betekent dat deze guna’s of hoedanigheden Hem niet
beïnvloeden, ook al komen ze uit Hem voort. Dat is een van de speciale kenmerken van Bhagavân, de Allerhoogste Persoonlijk Gods.
Tekst 13.
tribhir guna-mayair bhâvair ebhih sarvam idam jagat
mohitam nâbhijânâti mâm ebhyah param avyayam
Misleid door de drie hoedanigheden [goedheid, hartstocht en onwetendheid], is de hele wereld onbekend met Mij, die boven deze hoedanigheden ben en onuitputtelijk.
Elk levend wezen dat onder de invloed staat van de materiële natuur, heeft een bepaald type lichaam en ook bepaalde psychologische en biologische activiteiten die daarmee samengaan. Er zijn vier klassen van mensen die binnen de drie hoedanigheden van de materiële natuur functioneren. Zij die
zich zuiver in de hoedanigheid goedheid bevinden worden brâhmana’s genoemd.
Zij die zich zuiver in de hoedanigheid hartstocht bevinden, worden
kshatriya’s genoemd. Zij die zich in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid bevinden worden vaisya’s genoemd. En zij die compleet in onwetend-
heid zijn worden soedra’s genoemd. En lager dan deze vier onderverdelingen vinden we de dieren of het dierlijk leven. Maar deze benamingen zijn niet blijvend. Ik mag dan een brâhmana, een kshatriya, een vaisya of wat dan ook zijn, dit leven is hoe dan ook tijdelijk. Maar ook als is het leven tijdelijk en weten we niet wat we in een volgend leven zullen worden, toch beschouwen we onszelf vanuit een lichamelijke levensopvatting, omdat we in de ban zijn van de illusionerende energie, waardoor we denken dat we
Amerikaans, Indiaas of Russisch zijn of een brâhmana, een hindoe, een moslim enz. Wanneer we verstrikt raken in de hoedanigheden van de materiële natuur, vergeten we de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die Zich achter al deze hoedanigheden bevindt. Heer Krishna zegt daarom dat de levende wezens die
misleid zijn door deze drie hoedanigheden van de materiële natuur, niet begrijpen dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Zich achter het materiële decor bevindt.
Dit zijn de woorden van Jezus Christus geweest:
De braahmanen en kshatriya zullen de soedra’s worden der soedra’s,
met wie de Eeuwige voor altijd zal verblijven.
De vaisya’s en de soedra’s waren vol bewondering en vroegen hem hoe zij
moesten bidden om hun gelukzaligheid niet te verliezen. Issa gebood hen:
“Aanbid geen afgoden, want zij horen u niet. Zet uzelf nooit op de eerste
plaats en verneder nooit uw naaste. Help de armen, ondersteun de zwakken,
doe niemand kwaad en begeer niet wat u niet bezit en wat een ander
toebehoort”.
De braahmanen en krijgers (kshatriya’s), die de woorden vernamen welke tot de soedra’s waren gesproken, besloten Issa te doden. Issa echter, door de soedra’s gewaarschuwd, verliet ’s nachts deze plaats.
Het Srimad-Bhagavatam [Canto 3, Hfdst.12. Tekst 4
sanakam ca sanandam ca sanaatanam athaatmabhuub
sanat-kumaaram ca munien niskriyaan uurdhva-retasah
sanakam: Sanaka; ca: ook; sanandam: Sananda; ca: en:sanaatanam: Sanaatana;
atha: dharna; aatma-bhuh: Brahmaa, de zelfgebore; sanatkumaaram: Sanat-
kumaara; ca: ook, munien: de grote wijze: niskriyaan: vrij van elke baat-
zuchtige activiteit; uurdhva-retasah: degenen wier semen omhoog vloeit.
Vertaling
In het begin schip Brahmaa vier grote wijzen, genaamd Sanaka, Sananda,
Sanaatana en Sanat-kumaara.
Ze wilden geen van allen materialistische activiteiten verrichten, aangezien ze hoog verheven waren doordat hun semen naar boven vloeide.
Tekst 12
manyur manur mahinaso mahaan chiva rtadhvajah
ugraretaa bhavah kaalo vaanadevo dhrtavratah
Vertaling
De heer Brahmaa zei: Mijn beste jongen, Rudra, je hebt elf andere namen:
Manyu, Manu, Mahinasa, Mahaan, Siva, Rtadhvaja, Ugraretaa, Bhava, Kaala,
Vaamadeva en Dhrtavrata.
Tekst 13
dhier, dhrti-rasalomaa ca niyut sarpir ilaambika
iraavatie svadhaa-dieksaa rudraanyo rudra te striyah
Vertaling
O Rudra, je hebt ook elf vrouwen, de Rudhraani’s. Het zijn Dhie, Dhrti, Rasalaa, Umaa, Niyut, Sarpi, Ilaa, Ambika, Iraavatie, Svadhaa en Diksaa.
Tekst 22
mariecir atry-angirasau pulastyah pulahah kratuh
bhrgur vasistho daksas ca dasamas tatra naradah
mariecih, atri, angirasau, pulastyag, pulahah, kratuh, bhrguh, vasisthah,
daksah: zoon van Brahmaa; ca: dasamah: de tiende, tatra:daar; naaradah:
Naarada.
Vertaling
Marieci, atri, Angiraa, Pulastya, Pulaha, Kratu, Bhrgu, Vasistha, Daksa en de tiende zoon, Naarada, werden zo geboren.
Tekst 23
utsangaa naarado jajne dakso ‘ngusthaat svayambhuvah
praanaad vasisthah sanjaato bhrgus tvaci karaat kratuh
utsangaat: uit bovenzinnelijke overweging; naaradah: Mahaamuni Naarada; jajne: verwekte; daksah: Daksa: angusthaat: uit de duim; svayambhuvah: van Brahmaa; praanaat: uit de levensadem; vasisthah: Vasistha; sanjaatah: geboren; bhrguh: de wijze Bhrgu: tvaci: uit de aanraking; karaat: uit de hand; kratuh; de wijze Kratu.
Vertaling
Naarada werd geboren uit Brahmaa’s overdenking, zijn beste deel. Vasistha
werd geboren uit zijn ademhaling, Daksa uit zijn duim, Bhrgu uit zijn
aanraking en Kratu uit zijn hand.
Tekst 24
pulaho naabhito jajne pulastyah karnayor rsih
angiraa makhato ‘ksno ’trir mariecir manaso ‘bhavat
pulahah: de wijze Pulaha; naabhitah: uit de naval; jajne: verwekte;
pulastyah: de wijze Pulastya; karnayoh: uit de oren; rsih: de grote wijze;
angiraah: de wijze Angiraa; mukhatah: uit de mond; aksnah: uit de ogen;
atrih: de wijze Atri; mariecih: de wijze Marieci; manasah: uit de geest;
abhavat: verscheen.
Vertaling
Pulastya werd verwekt uit de oren, Angiraa uit de mond, Atri uit de ogen, Marieci uit de geest en Pulaha uit de naval van Brahmaa.
Tekst 27
chaayaayaah kardamo jajne devahuutyaah patih prabhuh
manaso dehatas cedam jajne visva-krto jagat
chaayaayaah: door de schaduw, kardamah: Kardama Muni;
jajne: werd geopenbaard; devahuutyaah: van Devahuuti; patih; echtgenoot;
prabhuh: de meester; uit de geest; dehetah: uit het lichaam; ca: ook; idam:
dit; jajne: ontwikkelde zich; visva: het heelal; krtah: van de schepper;
jagat: kosmische openbaring.
Vertaling
De wijze Kardama, echtgenoot van de grote Davahuuti, werd geopenbaard uit
Brahmaa’s schaduw. Zo werden allen hetzij uit het lichaam, hetzij uit de
geest van Brahmaa geopenbaard.
Tekst 51
aho adbhutam etan me vyaaprtasyaapi nityadaa
na hy edhante prajaa nuunam daivam atra vighaatakam
aho, helaas; adbhutam: het is verwonderlijk; etat: dit; me: mij;
vyaaprtasya: bezig zijnde; api; hoewel; nityadaa: altijd; na; niet; hi:
zeker; edhante: verwekken; prajaah: levende wezens; nuunam: echter; daivam:
lot; atra: hierin; vighaatakam: tegen.
Vertaling
Brahmaa dacht bij zich zichzelf: Helaas, het verwonderlijk dat, hoewel ik
overal verspreid ben, het helaal nog steeds onvoldoende bevolkt is. Er kan
aan dit ongeluk geen andere oorzaak ten grondslag liggen dan het lot.
Tekst 52
evam yukta-krtas tasya daivam caaveksatas tadaa
kasya ruupam abhuud dvedha yat kaayam abhicaksate
evam: zo;yukte: beschouwend; krtah: zo doende; tasya: zijn; daivam:
bovennatuurlijke kracht; ca: ook; aveksatah: waarnemend; tadaa: toen;
kasya: van Brahmaa; ruupam: gedaante; abhuut: werd geopenbaard; dvadhaa;
tweevoudig; yat: hetgeen; kaayam: zijn lichaam; abhicaksate; heet te zijn.
Vertaling
Terwijl hij zo in gedachten opging en de bovennatuurlijke macht beschouwde,
werden er uit zijn lichaam twee andere gedaanten voortgebracht. Men eert hen
nog steeds als het lichaam van Brahmaa (de schepper).
Betekenis
Uit Brahmaa’s lichaam kwamen twee lichamen voort. Het ene had een snor en
het andere twee gewelfde borsten. Niemand kan uitleggen vanwaar ze
verschemen en daarom kent men ze tot de dag van vandaag als kaayam,
het lichaam van Brahmaa, zonder dat ze zoon en dochter worden genoemd.
Tekst 53
taabhyaam ruupa-vibhaagaabhyaam mithunam samapadyata
taabhyaam: van het; ruupa: gedaante; vibhaagaabhyaam: aldus verdeeld;
mithunam; geslachtsdaad; samapadyata: volmaakt verricht.
Vertaling
De twee zojuist van Brahmaa afgescheiden lichamen verenigden zich met elkaar in geslachtsgemeenschap.
Tekst 54
yas tu tatra pumaan so ‘bhuun manuh svaayambhuvah svaraat
strie yaasiec chataruupaakhyaa mahisy asya mahaatmanah
yah: iemand die; tu: maar; tatra: daar; pumaan: de man; sah: hij; abhuut:
werd; manuh: de vader der mensheid; svaayambhuvah: Svaayambhuva genaamd; sva-raat: geheel onafhankelijk; strie: de vrouw; yaa: iemand die; aasiet:
er was; sataruupaa genaamd; aakhyaa: bekend als; mahisie: de koningin; asya:
van hem; mahaatmanah: de grote ziel.
Vertaling
Degene die de mannelijke gedaante bezat, werd bekend als de Manu genaamd
Svaayambhuva en de vrouw werd bekend als Sataruupaa, de koningin van de grote ziel Manu.
Tekst 55
tadaa mithuna-dharmenu prajaa hy edhaam babhuuvire
tadaa: toen; mithuna: seks:dharmena: volgens de regels; prajaah: generaties;
hi: zeker; edhaam: vergrootten; babhuuvire; vond plaats.
Vertaling
Daarna brachten ze door hun vereniging geleidelijk de ene generatie na de andere voort om het universum te bevolken.
Tekst 56
sa caapi sataruupaayaam pancaapatyaany ajiejanat
priyavratottaanapaadau tisrah kanyaas ca bhaarata
aakuutir devahuutis ca prasuutir iti sattama
sah: hij (Manu); ca: ook; api: te bestemder tijd; sataruupaayaam: bij
Sataruupaa; vijf; apatyaani: kinderen; ajiejanat: verwekte; priyavrataa:
Priyavrata; uttaanapadau: Uttanapaada: tisrah: drie in getal; kanyaah:
dochters; ca: ook; bhaarata: o zoon van Bharata; aakuutih: Aakuuti;
devahuutih: Devahuuti; ca: en; prasuutih: Prasuuti: zo; sattama: o aller-
beste.
Vertaling
O Zoon van Bharata, te bestemder tijd verwekte hij [Manu] bij Sataruupa vijf kinderen: twee zoons, Priyavrata en Uttaanapaada, en drie dochters,
Aakuuti, Devahuuti en Prasuuti.
Tekst 57
aakuutim rucaye praadaat kardamaaya tu madhyamaam
daksaayaadaat prasuutim ca yata aapuuritam jagat
aakuutim: de dochter genaamd Aakuuti; rucaye: aan de wijze Ruci; praadaat:
schonk; karmamaaya: aan de wijze Kardama: tu: maar; madhyamaam: de middelste
(Devahuuti); daksaaya: de Daksa; adaat: schonk; prasuutim: de jonste dochter
; ca: ook; yatah: van waaruit; aapuuritam: werd gevuld; jagat: de hele wereld.
Vertaling
De vader, Manu, gaf zijn eerste dochter, Aakuuti, aan de wijze Ruci, de middelste, Devahuuti, aan de wijze Kardama, en de jongste, Prasuuti, aan de Daksa. Via hen raakte de hele wereld bevolkt.
Betekenis
Hier wordt de geschiedenis van het bevolken van het universum gegeven. Brahmaa is het oorspronkelijke wezen in het heelal, uit wie de Manu
Svaayambhuva en zijn vrouw Sataruuoaa voortkwamen. Uit Manu werden twee
zoons en drie dochters geboren, en uit hen is de bevolking van de
verschillende planeten, tot vandaag aan toe, voortgekomen. Daarom wordt
Brahmaa als de grootvader van iedereen beschouwd, en de Godspersoon,
de vader van Brahmaa, als de overgrootvader van alle wezens. Dat wordt als
volgt bevestigd in de Bhagavad-gitaa (Xl.39):
vaayur yamo’s gnir varunah sasaankah
prajaapatis tvam prapitaamahas ca
namo namas te ‘stu sahasra-krtvah]
punas ca bhuuyo ‘pi namo namas te
“U bent de Heer van de lucht, de opperrechter Yama, het vuur en de Heer van
de regen. U bent de maan en U bent de overgrootvader. Daarom breng ik U
keer op keer vol respect mijn eerbetuigingen.”
Tekst 35
caatur-hotram karma-tantram upaveda-nayaih saha
dharmasya paadaas catvaaras tathaivaasrama-vrttayah
Vertaling
De vier aspecten van het vuuroffer werden geopenbaard: degene die het brengt
[de chanter], degene die het opdraagt, het vuur en de algehele offer-activiteit overeenkomstig de aanvullingen op de Veda’s. Ook werden de vier religieuze beginselen [eerlijkheid, zelfdiscipline, mededogen en reinheid] en de plichten van de vier maatschappelijke geledingen geopenbaard.
Betekenis
Eten, slapen, zich weren en paren zijn de vier principiële vereisten van het stoffelijke lichaam van dier en mens. het verschil tussen de menselijke samenleving en die der dieren ligt in de plicht van de mens om verschillende
religieuze activiteiten te verrichten naar gelang de maatschappelijke geleding waartoe men behoort en de levensfase waarin men zich bevindt. Deze
staan alle duidelijk vermeld in de vedische teksten en werden door Brahmaa geopenbaard in de vier Veda’s, die uit zijn vier monden voortkwamen.
Zo werden de plichten van de mensheid vastgesteld naar gelang ieders positie
en levensfase, en een beschaafd mens dient zich hieraan te houden. Degenen
die zich traditioneel aan deze beginselen houden worden Aaryans genoemd of
mensen die op weg naar de volmaaktheid zijn.
Tekst 36
vidura uvaaca (de zoon van veda Vyaas, de schrijver van alle veda en
poeraana’s, voorheen werden alle soorten van kennis mondeling
overgedragen) zijn moeder was een dienstvrouw.
sa vai visva-srjaam ieso vedaadien mukthato ‘srjat
yad yad yenaasrjad devas tan me bruuhi tapo – dhana
Vertaling
Vidura zei: O grote wijze, wiens enige rijkdom uit boetedoening bestaat, wees zo goed me uit te leggen hoe en met wiens hulp Brahmaa de vedische kennis, die uit zijn mond tevoorschijn kwam, ingang deed vinden.
Tekst 37
maitreya uvaaca
rg-yuh-saamaatharvaakhyaan vedaan puurvaadibhir mukhaih
saatram ijyaam stuti-stoman praayascittam vyadhaat kramaat
maitreyeh uvaaca: Maitreya zei; rk-yajuh-saama-artharva: de vier Veda’s;
aakhyaan: genaamd; vedaan: de vedische geschriften; puurva-aadibhih: vooraan
beginnend; mukhaih: door de monden; saastram: niet eerder uitgesproken vedische mantra’s; ijyaam, priesterriten; stuti-stomam: het onderwerp van de
voorlezers; praayascittam: bovenzinnelijke activiteiten; vyadhaat: vestigde;
kramaat: achtereenvolgens.
Vertaling
Maitreya zei: Te beginnen vanuit het voorste gezicht van Brahmaa, werden de vier Veda’s- Rk, Yajuh, Saama en Artharva- achtereenvolgens uit zijn vier monden geopenbaard. Daarna kregen, na elkaar, vedische mantra’s die nooit eerder geuit waren, priesterriten, de onderwerpen van de voorlezers en bovenzinnelijke activiteiten hun vorm.
Tekst 38
aayur-vedan dhanur-vedam gaandharvam vedam aatmanah
sthaapatyam caasrjad vedam kramaat puurvaadibhir mukhaih
Vertaling
Hij schiep eveneens – allemaal uit de Veda’s – de medische wetenschap, de krijgskunst, de muziekwetenschap en de architectuur. Ze kwamen een voor een te voorschijn, te beginnen van het voorste gezicht.
Betekenis
De Veda’s bevatten volmaakte kennis, met inbegrip van alle vormen van kennis die de samenleving nodig, niet alleen op deze planeet maar ook op andere planeten. Men kan begrijpen dat de kennis van de krijgskunst om de orde in de maatschappij te handhaven evenzeer nodig is als de muziekwetenschap. Al deze takken van kennis worden Upapuraana genoemd, of aanvullingen op de Veda’s. Geestelijke kennis is het belangrijkste onderwerp van de Veda’s, maar om de mens te helpen in zijn streven om wereldse kennis te verwerven, heeft hij de andere, boven beschreven takken van vedische kennis nodig.
Tekst 39
itihaasa-puraanaani pancamam vedam iesvarah
sarvebhya eva vaktrebhyah sasrje sarva-darsanah
Vertaling
Vervolgens schiep hij uit zijn monden de vijfde Veda- de Puraana’s en de
historiën – aangezien hij verleden, heden en toekomst volledig kon
doorschouwen.
Betekenis
Er bestaan historiën van bepaalde landen en naties van de wereld, maar de
Puraana’s zijn de historien van het universum, niet alleen van een era, maar van vele kalpa’s.
Brahmaa is op de hoogte van de desbetreffende historische feiten en daarom
zijn alle Puraana’s historien. Omdat ze oorspronkelijk door Brahmaa zijn
samengesteld maken ze deel uit van de Veda’s en worden de vijfde Veda
genoemd.
Tekst 40
sodasy-ukthau puurva-vaktraat puriesy-agnistutaav atha
aaptoryaamaatiraatrau ca vaajapeyam sagosavam
Vertaling
Alle verschillende soorten vuuroffers [sodasie, uktha, puriesi, agnistoma, aaptoryaama, atiraatra, vaajapeya en gosava] werden geopenbaard uit
Brahmaa’s oostelijke mond.
Tekst 41
vidyaa daanam tapah satyam dharmasyeti padaani ca
aasramaams ca yathaa-sankhyam asrjat saha vrttibhih
vidyaa: ontwikkeling; daanam: barmhartigheid; tapah: boetedoening; satyam:
waarheid; dharmasya: van religie; iti: zo; padaani: vier benen; ca: ook;
aaramaan: levensorden; ca: ook; yathaa: zoals ze zijn; sankhyam: in aantal;
asrjat: schiep; saha: met; vrttibhih: door beroep.
Vertaling
Onderricht, barmhartigheid, boetedoening en waarheid worden de vier pijlers van de religie genoemd, en om zich deze eigen te maken bestaan er vier maatschappelijke geldeingen (ingedeeld naar beroep) en vier levensfasen.
Brahmaa schiep dit alles in systematische volgorde.
Betekenis
De vier essentiele fasen in het bestaan – brahmacarya, het leven van een studerende; grhastha, het gezinsleven; vaanaprastha, het leven van iemand die zich teruggetrokken heeft om boete te doen; en sannyaasa, het wereld-verzakende leven waarin men de waarheid predikt – vertegenwoordigen de pijlers der religie. De beroepmatige geledingen van de maatschappij zijn die van de braahmana’s, of de intelligentsia, die van de ksatriya’s, of bestuurders, die van de vaisya’s of kooplieden en producenten en die van de soedra’s of de algemene arbeidsklasse, die geen specifieke eigenschappen bezit. Dit alles werd systematisch door Brahmaa ontworpen en geschapen om ieders zelfverwerkelijking op een ordelijke manier te bevorderen. De fase van leerling is ervoor bedoeld om het beste onderricht te ontvangen; het gezinsleven is ervoor om de zinnen te bevredigen, mits men dat doet met een vrijgevige mentaliteit; zich terugtrekken uit het familieleven is bedoeld voor boetedoening en geestelijke vooruitgang; en wereldverzaking is ervoor om iedereen de Absolute Waarheid te verkondigen. Al deze activiteiten van de leden van de samenleving te zamen scheppen een gunstige klimaat voor de algehele verheffing van het menselijk leven.
Dit maatschappelijk stelsel is gebaseerd op onderricht dat bedoeld is om de mens van zijn dierlijke neigingen te zuiveren. De meest doeltreffende zuiveringsmethode is het ontwikkelen van kennis over de Allerhoogste Godspersoon, die het toppunt van zuiverheid is.
Tekst 42
saavitram praajaapatyam ca braahman caatha brhat tahtaa
vaartaa sancaya-saaliena siloncha iti vai grhe
Vertaling
Vervolgens werd de ceremonie ingesteld tijdens welke de tweemaal geborenen de heilige draad ontvangen en de regels worden gegeven waaraan men zich minstens een jaar na aanvaarding van de Veda’s moet houden, alsook regels om zich geheel van seks te onthouden, beroepsactiviteiten volgens de vedische
voorschriften, verschillende beroepstaken in het familieleven en de methode om in zijn levensonderhoud te voorzien zonder daarbij van iemands hulp
afhankelijk te zijn, namelijk door weggegooid graan op te rapen.
Betekenis
Tijdens hun studiejaren werden de brahmacaari’s volledig onderricht betreffende het belang van de menselijke levensvorm. Zo ontvingen ze de
basiskennis die hen moet aanzetten om los te raken van de beslommeringen van het familieleven. Alleen leerlingen die niet in staat waren de
celibaatsgelofte af te leggen, mochten naar huis gaan om met een geschikte vrouw te trouwen. De anderen bleven permanent brahmacaarie door zich hun hele leven van geslachtsgemeenschap te onthouden. Dat hing helemaal af van de kwaliteit van hun opleiding. Wij hadden de gelegenheid om zo’n
overtuigde brahmacaarie te leren kennen in de persoon van onze geestelijke leraar, Aum Visnupaada Srie Sriemad Bhaktisiddhaanta Gosvaamie Mahaaraaj. Zo’n grote ziel noemt men een naisthika-brahmacaarie.
Tekst 43
vaikhaanasaa vaalakhilyau dumbaraah phenapaa vane
nyaase kutiecakah puurvam bahvodo hamsa-niskriyau
Vertaling
De vier vormen van teruggetrokken leven zijn vaikhaanasa, vaalakhilya, audumbara en phenapa. de vier vormen van wereldverzaking zijn kutiecaka,
bahvoda, hamsa en niskriya. Deze werden alle uit Brahmaa geopenbaard.
Betekenis
Het varnaasrama-dharma, het stelsel van de vier maatschappelijke geledingen en geestelike levensorden, is niet iets van de laatste eeuwen, zoals minder intelligente mensen veronderstellen. het werd door Brahmaa ingesteld aan het begin van de schepping. Dat wordt ook bevestigd in de Bhagavad-gieta
(lV.13): caatur-varnyam mayaa srstam.
Tekst 44
aanvieksiki trayie vaartaa danda-nietis tathaiva ca
evam vyaahrtayas caasan pranova hy asya dahratah
Vertaling
De wetenschap van het logisch argumenteren, de vedische levensdoeleinden, recht en orde, ethische normen en de vermaarde mantra’s bhuuh, bhuvah en svah werden alle geopenbaard uit de monden van Brahmaa, en de pranava
omkaara uit zijn hart.
Tekst 45
tasyosnig aasiel lomabhyo gaayatrie ca tvaco vibhoh
tristum maamsaat snuto ‘nustub jajaty asthnah prajaapateh
Vertaling
Daarop werd uit het lichaamshaar van de almachtige prajaapati de kunst der letteren, usnik, voortgebracht. Uit zijn huid kwam de belangrijkste vedische mantra, de gaayatri, uit zijn vlees tristup, uit zijn aderen anustap, en uit de botten van de heer der levende wezens kwam jagatie.
Tekst 46
majjaayaah panktir utpannaa brhatie pranato ‘bhavat
Vertaling
De kunst van het schrijven van gedichten, pankti, kwam uit het merg en de van brhatie, een ander soort poezie, kwam uit de levensadem van de heer der levende wezens.
Tekst 47
sparsas tasyaabhavaj jievah svaro deha udaahrta
uusmaanam indriyaany aahur antah-sthaa balam aatmanah
svaraah sapta vihaarena bhavanti sma prajaapateh
sparsah: de lettergrepen van ka tot met ma; tasya: zijn abhavat: werden;
jievah: de ziel; svarah: klinkers; dehah: zijn lichaam; udaahrtah: uitgedrukt; uusmaanam: de letters sa, sa,sa en ha; indriyaani; de zinnen; aahuh: worden genoemd: antah-sthaah: de lettergrepen van die naam (ya, ra, la en
va); balam: energie; aatmanah: van het zelf: svaraah: muziek; sapta: zeven;
vihaarena: door de activiteiten van de zinnen; bhavanti sma: werden geopenbaard; prajaapateh: van de heer der levende wezens.
Vertaling
Brahmaa’s ziel openbaarde zich als de medeklinkers, zijn lichaam als de klinkers, zijn zinnen als de sisklanken, zijn kracht als de tussenklanken en zijn zinsactiviteietn als de zeven muzieknoten.
Betekenis
Het Sanskriet kent dertien klinkers en vijfendertig medeklinkers. De klinkers zijn a, aa, i, ie, u, uu, r, rie, l, e , ai, o en au, en de medeklinkers zijn ka, kha, ga, gha enz. De eerste vijfentwintig medeklinkers worden de sparsa’s genoemd. Er zijn vier antah-stha’s. Bij de uusma’s zijn
drie s’ en, namelijk taalavya, muurdhanya en dantya. De muzieknoten zijn sa, r, gaa, ma, pa, dha en ni. Al deze klanvibraties worden van oorsprong sabda-brahma, geestelijke klank, genoemd. Men zegt dan ook dat Brahmaa in het geestelijke klank, genoemd. Men zegt dan ook dat Brahmaa in het Mahaa-kalpa geschapen was als de incarnatie van geestelijke klank.
De Veda’s zijn geestelijke klank, en daarom is het niet nodig de klanken van de vedische teksten aan materiele interpretatie te onderwerpen. De Veda’s moeten ten gehore worden gebracht zoals ze zijn, hoewel ze symbolisch weer-
gegeven worden met klanktekens die ons materieel bekend zijn. Uiteindelijk bestaat er niets materieels, omdat alles zijn oorsprong in de transcendente
wereld heeft. Daarom wordt de materiele openbaring illusie genoemd, in de juiste zin van het woord. voor zelfverwerkelijkte zielen bestaat er niets anders dan het transcendente.
Tekst 48
sabda -brahmaatmanas tasya vyaktaavyaktaatmanah parah
brahmaavabhaati vitato naanaa-sakty-uparbrmhitah
Vertaling
Als oorsprong van de bovenzinnelijke klank is Brahmaa de persoonlijk vertegenwoordiger van de Allerhoogste Godspersoon en daarom verheven boven concepties als geopenbaard en ongeopenbaard. Brahmaa is de volkomen gedaante
van de Absolute Waarheid en is met vele verschillende energieen bekleed.
Betekenis
De positie van Brahmaa is de meest verantwoordelijke en wordt aan de volmaakte persoon van het universum aangeboden. in het geval dat er niemand geschikt is om deze positie in te nemen, moet de Allerhoogste Godspersoon soms Brahmaa worden. Brahmaa is in alle opzichten de vertegenwoordiger van de Allerhoogste Godspersoon in de materiele wereld en van hem komt de bovenzinnelijke klank pranava. Daarom is hij bekleed met vele verschillende energieen, waaruit alle deva’s (devta’s) zoals Indra, Candra en Varuna, worden geopenbaard. zijn transcendante positie mag niet als gering worden beschouwd, ook al vertoonde hij de neiging om zich met zijn eigen dochter te verenigen. Achter het vertonen van deze neiging ging een bedoeling schuil, en daarom mag Brahmaa daar niet om veroordeeld worden als een gewoon mens.
Tekst 49
tato ‘paraam upaadaaya sa sargaaya mano dadhe
Vertaling
Daarna nam Brahmaa een ander lichaam aan, waarin het bedrijven van seks niet verboden was, en hield zich hierin met het verdere scheppingswerk bezig.
Betekenis
In zijn eerste lichaam, dat transcendentaal was, mocht hij geen aantrekking
tot seks koesteren. Daarom moest Brahmaa een ander lichaam aannemen om zelf met seks te maken te mogen hebben. Zo ging hij verder met het scheppings-
werk. Zijn eerste lichaam veranderde, zoals reeds beschreven, in mist.
Tekst 50
rsienaam bhuuri-vieryaanaam api sargam avistrtam
jnatvaa tad dhrdaye bhuuyas cintayaam aasa kaurava
Vertaling
O zoon van de Kuru’s, toen Brahmaa zag dat de bevolking, ondanks de
aanwezigheid van hoogst potente wijzen, onvoldoende toenam, overwoog hij in alle ernst hoe ze kon worden vergroot. Zie verder de teksten 51 t/m 57.
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
C.C. overige organisaties.