Jezus leefde in India

Khimradj Pherai

Voorzitter van Stichting Shri Satya Aarya Pradhaana Karmavadische Sanatana Dharma Nederland en Suriname.

Bussumsestraat 153

2574 JG    Den Haag – Nederland

Telefoon:  070  -3235050    of   mobiel   06 42153517

E-mail:khimradjpherai@casema.nl

 

Den Haag,  23  november 2009.

 

Een paar fragmenten uit het boek Jezus leefde in India, geschreven door  Holger Kersten.

Het verhaal van Abraham, de aartsvaders. Abraham kwam uit  India. Zijn voorouders waren vereerders van Shivalingam en overige bewijsmaterialen over vedische astrologie etc.

 

In zijn boek `De geheime leer toont H.P.Blavatsky  aan dat de Hebreeën afstammen van de chandala’s, de buiten de kasten staande Indiërs. Velen van hen waren ex-brahmanen, die in Sindh, in Chaldea en in aria (Iran) hun toevlucht zochten, en die al ongeveer achtduizend jaar voor onze jaartelling tot de A-Bra(h)m, de niet – brahmanen, behoorden. Deze Abrahm hadden zich dus al vroeg tegen de onmenselijkheden van het kastenstelsel gekeerd, maar konden zich niet staande  houden tegen de heersende brahmanen.

Wij belijders van Sanatana Dharma beschikken over de oudste Heilige Geschriften.

 

 Khimradj Pherai heeft sinds 1990 wetenschappelijk bewezen dat een ieder  als mens wordt geboren, niet als een brahmaan of andere kaste. Het kastenstelsel is gecreëerd voor het behoudt van eigen materiële positie in  India en nog steeds weet men niet van opbouwen.

 

De naam Pherai bestaat meer dan 5000 jaar in Griekenland .Voorheen was Griekenland een provincie van India. In de Mahabharata was het bekend was als Pulindadesh)

Pherai: The ancient city of Pherai, one of the most important cities of Thessaly, was occupied from the Final Neolithic (about 3000 B.C.) to the beginning of the Roman Imperial period (1st century A.D.), when it was probably abandoned. The modern settlement, named Velestino, was founded in the post-Byzantine period (13th century B.C.), and has played an important

Role in Greek history of the laste centuries (birth place of Regas Pheraios, pioneer of the Hellenic Revolution against Turks). Today Vlestino is a very active town, part of which is built upon the ancient city, fortunately not the most important part of it.

 

Tot augustus 1982 was ik een christenen. Last ik vaker uit de bijbel uit. Het verhaal van Adem en Eva en hun 2 noemen Kain en Abel heb ik ook gelezen. Kain sloeg Abel dood. Klopt dit allemaal. Adam en Eva hadden geen dochters. Manu (Adem) en Saataaruupa (Eva) hadden twee zonen en drie dochters. Wie hebben plagiaten gepleed??????

 

Vrij opmerkelijk is dat behalve de belijders van Sanatana Dharma, de Arabieren, Grieken en Chinezen met de 27 maan-constallaties (Nakshatra’s) werken. Om de 27  1/3 dag komen deze maan-constallatie op hun eigen plaats. De 27  maan-constallaties worden in 360 graden verdeeld. 360 graden : 27 =  13 graden en 20 booggraden. Elk maan-constallatie wordt onderverdeeld in 4 gelijke delen ( 13 graden en 20 booggraden : 4 =  3 graden en 20 booggraden.

 

 

 

Ik zal paar van ze opsommen:

         Sanskriet                Arabies                        Grieks                              Chinees

  1. Ashwinie                 Aas-Sharataa               Kaanstar of Paalaks        Shyoe
  2. Bharanie                 Alabhoetain                  Araaiedas of Moeseie      Auie
  3. Kritikaa                   Ath-Thaiyaa                Tauri of Ekasimon           Maaau
  4. Rohinie                    Adabaaran of Phoel     Aldebaaraam                    Syoe
  5. Mrigashiraa             Alakaah                        Auriyonis                          Tse
  6. Dhanishtaa               Saadadj-Soed               Kepriekaartie                   Haaiyo      

                                                                                   Of  Delaphinie                                                                     

                                                                                    

 

Sanskriet is de oudste wereld taal. De belijders van Sanatana Dharma hebben geen plagiaat gepleegd. Wie heeft dan wel plagiaat gepleegd? En vanwaar komt de kennis van Vedische astrologie, numerologie en handleeskunde vandaan??? In ieder geval niet van de Griekenland, want dit land maakte  deel uit van India. In juli 2001 heb ik mijn eerste boek over Vedische astrologie, Wetenschap die alles over u leven vertelt van de geboorte tot dood uitgegeven. Zelfs een westerse astrologie heeft toegegeven dat de kennis van astrologie uit India afkomstig is.

 

KOSMISCHE ANALOGIEËN

 

De waarde van Pi(n) =  3.14159  is vervat in de som een eeuw, een jaar en een dag van Brahma, de schepper.

 

Een eeuw  van Brahma                               3.110.400.000.000    jaren

Een jaar van Brahma                                       31.104.000.000    jaren

Een dag van Brahma                                               86.400.000    jaren

_______________________

 

3.141590.400.000     jaren

=====================

 

 

De Arabieren beweren dat de cijfers van hun is afkomstig. Hoe oud is hun religie, waarom   hebben de Irakezen 6 maanden lang de Heilige Boeken van Sanatana Dharma verbrand??? Hiervoor zal zeker een reden zijn, alles verdoezelen alsof van hun afkomstig.Hebben dit van hun leermeester geleerd? Eerst gingen ze naar India om kennis op te doen en daarna hun boeken verbranden. Hebben zij naar sattwabodhi gezocht of ernaar gelegd.

 

Het moderne rekensysteem

 

Voor zeer grote getallen gebruikte men de telwoorden uit het Sanskriet, het oudste taal van de wereld. Het Sanskriet is de Heilige taal van India, die al heel lang ontwikkelde mensen en geleerden uit de verschillende taalgebieden met elkaar verbond. In deze kon men getallen uitdrukken in `letters’: zo staan voor eka, dvi, tri, catur, panca, sat, sapta, asta en nava de getallen 1 tot en met 9.

 

Eka        1               catur      4             sapta   7

Dvi         2               panca     5             asta      8

Tri          3               sat          6             nava     9

 

De daarbij behorende telwoorden schreven zij als:

 

Dasha                                                     10

Sata                                                        100

Shatra                                                     1000

Enzovoort tot en met: padma:              1.000.000.000

 

Ze schreven bijvoorbeeld het geval 636, gelezen van rechts naar links, dan werd dit als volgt genoteerd: sat  tri sat sata  ( 6+ 3x 10 + 6 x 100

 

7629, van rechts naar links gelezen, wordt genoteerd als: nava dvi sat septa ( 9 + 2 x 10 +

6×100+7×1000).

 

De Indiërs hebben ook het getal NUL uitgevonden. Velen beweren dat de Maya’s het getal NUL hebben uitgevonden. De Maya’s gingen vanuit  Oosten naar Amerika en behorenden tot een volkstam van Arische ras. Ongeveer  60.000   tot  25.000 jaar toen nog het nog een vaste land was naar Amerika. Hun leefgewoonte is te vergelijken met die van de Indiërs. Het offeren dieren en mensen, hoe de brahmanen tot heden nog in India uitvoeren. Maar de westerlingen willen alles ontkennen.

 

Er bestaat in werkelijkheid geen maayaakalender. Zij hebben de kennis vanuit India meegenomen naar Amerika. Bij hun vind de overdracht kennis nog steeds mondeling, hoe het voorheen in India was. De vrouw van Raavana kwam van Mexico  en Ahirawan en Mahirawan woonden in Colombia. Vroeger werd het paataal desha genoemd. Ondergrondse wereld.

 

Overige bewijsmaterialen, die van groot belang kan zijn  voor grondig onderzoek. Via Manu en Sataruupa, vond het verwekken van kinderen door seksuele omgang. Voorheen manifesteerde Brahma, de schepper uit zijn lichaamsdelen zijn kinderen.

 

 

In Srimad Bhagavatam Poeraana’s, Canto 3 Hoofdstuk 12 staat het stamboom van Brahma, de  schepper. In Canto 4 hoofdstuk 1 staat het stamboom van Manu zijn dochters en kleinkinderen. Zie korte samenvatting hiervan. Welke stamboom juist is, laat ik aan de lezers over. In ieder geval hebben de Indiërs geen plagiaat gepleegd.

 

De eerste vier zonen van Brahma, de schepper zijn: Sanaka, Sananda, Sanatana en Sanat –kumara.

 

Daarna elf Roedras: Manyu, Manu, Mahinasa, Mahaa, Shiva, Rtadhvaja, Ugraretaa,Bhava, Kaala,Vaamadeva en Dhrtavrata.

 

Elf vrouwen van Roedras zijn: Dhi, Dhrti, Rasalaa, Umaa, Niyut, Sarpi, Ilaa, Ambikaa, Iraavati, Svadhaa en Diksaa .

 

De volgende 10 zonen van Brahma: Marici, Atri, Angiraa, Pulastya, Pulaha, Kratu, Bhrgu, Vasistha, Daksa en Narada.

 

Naarada werd geboren uit Brahma’s overdenking, Vasistha werd geboren geboren uit zijn ademhaling, Daksa uit duim, Bhrgu uit zijn aanraking, Kratu uit zijn hand, Pulastya werd verwekt uit zijn oren, Angira uit zijn mond, Atri uit zijn ogen, Marici (vader van Kasyapa) uit de geest en Pulaha uit de navel van Brahma.

 

De wijze Kardama, echtgenoot van de grote Devahuti, werd geopenbaard uit Brahma’s schaduw. Zo werden allen hetzij uit het lichaam hetzij uit de geest van Brahmaa geopenbaard.

 

Uit Brahma’s lichaam kwamen twee lichamen voort. Het ene had een snor en het andere twee gewelfde borsten. Niemand kan uitleggen vanwaar ze verschenen en daarom kent men ze zonder dat ze zijn zoon en dochter worden genoemd.

 

Degene die de de mannelijk gedaante bezat werd bekend als Manu (in de bijbel  als Adem)  genaamd Svaayambhuva, en de vrouw werd bekend  als Satarupaa (in de bijbel als Eva).

 

Manu verwekte bij Satarupaa vijf  kinderen: twee zoons, Priyavrata (Abel in de bijbel) en Uttaanapada(Kain), en drie dochters Aakuti, Devahuti en Prasuti.

 

De vader, Manu gaf zijn eerste dochter, Aakuti, aan de wijze Ruci, de middelste, Devahuti, aan de wijze Kardama, en de jongste, Prasuti, aan Daksa. Via hen raakte de hele wereld bevolkt.

 

Kardama verwekte bij Devahuti, 9 dochters, en die werden als volgt gehuwd

Kardama Muni droeg zijn dochters; Kaala aan Marici, Anasuya aan Atri, Sraddha aan Angiraa, Havirbhu aan Pulastya, Gati aan Pulaha, Kriyaa aan Kratu, Khyaati aan Bhrgu, Arundhati aan Vasisthaa, Santi aan Atharva.

 

Zie verder foto’s  van het graf van Jezus in Kashmier India. De christenen leven in angst  voor de waarheid. Hoelang zullen zij hun achterban nog dom houden over het leven van Jezus, zoon van Maria. De voorouders van Abraham kwamen uit India. Het verhaal van Shri Parsurama berust op waarheid. Hij verjoeg vervallen Kshatriya’s uit India en die vestigden zich in Egypte, Israel en omstreken. Abraham is de aartsvader van moslims en christenen.

Abraham, diende Shiva en de Lingam van Shiva wordt zowels de moslims en christenen vereerd. In oktober 1997 heb zelf een Shivalingam in Egypte gekocht. Moslims broeders dit berust op waarheid en jullie worden door de religieuze leiders dom gehouden opdat zij hun eigen positie willen behouden. Zie op bladzijde 7 en 8 het verhaal over Mozes en Abraham.

Hoe is naam Abraham ontstaan.

 

Zo wordt dus in verre Israël een goddelijke knaap geboren, die men de naam Issa geeft. In de loop van zijn verrtiende jaar komt de jongen met een groep kooplieden mee naar het gebied van de Sindh (= Indus), ` en hij vestigde zich onder de Arya, in het door God beminde land, met het doel zich vervolmaken en de wetten van de grote Boeddha te bestuderen’.

 

Opmerking van Khimradj Pherai

(Boeddha was een zoon van een koning in India en werkelijke naam was prins Siddharta. Boeddha was tegen het offeren van dieren aan de Godinnen Kaalie en Doerga en  Heer Shiva wat de braahmanen deden. Prins Siddharta werd door de braahmanen verjaagd uit India. Boeddha, heeft overal de leer van Sanatana Dharma verkondigd. De tegenwoordige Boeddhische moniken  eten vis en vlees en dit is tegen de regels van Boedhha. Zolang iemand nog bloed van dieren in zijn lichaam heeft zal hij of zij nooit tot het reine komen en moksha bevrijding bereiken. Dat er vlees door divrse religies aan God geofferd wordt is uit den boze. De mens moet zich aan de  Here God vertrouwen hebben. Door het voeren van oorlog en eigen mensen ondrukken is een zeer slechte zaak. De leiders (lijders) zijn op macht belust en zijn in werkelijkheid geestelijke gestoord. Hoewel banken de laatste tijden  failliet zijn gegaan en een paar door de overheden gered zijn van het ondergaan. Zogenaamd konden de huizen in Amerika niet verkocht worden. Maar wat gebeurt er precies met dat geld van de mensen die bij diverse banken. Het geld wordt in wapens geinvesteerd om mensen te vermoorden. Dus zowel de regering leiders en geestelijke leiders zijn geestelijke ziek. Wel leven in een tijd van Kaali-Yoegaa (Ijzeren tijdperk). Heer Krisha heeft aan het eind van zijn missie gezegd dat in deze periode de regeringsleiders en geestelijke leiders Soedra’s zullen zijn. Dus zij wiens handelingen in onwetendheid zullen zijn. Dat zien wij tegenwoordig??? Hoe kunnen ze gauw hun zakken vullen ten kosten van de bevolking. Dit is een wereld probleem.

 

21-12-2012 zullen de leiders zien dat ze helemaal fout bezig zijn geweest en zullen het oudste religie aanvaarden als verlossing van de mensheid. De oudste religie is Sanatana Dharma. Symbolen hebben van diverse religies van Sanatana Dharma afgepakt en nog erger is het dat ze de belijders van bovengenoemde religie heiden noemen ofschoon zij in werkelijkheid heiden zijn.

 

 

De jonge Issa reist door het Vijfstromenland (= Punjab), verblijft korte tijd  bij  de `misleide Jains’, gaat dan naar  Jarganat, `waar de witte priesters van Brahma hem een blijde ontvangst bereidden’. Daar leert Issa/Jezus de Veda’s lezen en uitlegen en onderwijst hij uiteindelijk de lage kaste van de Soedra’s. Hij haalt zich echter het  ongenoegen van de Brahmanen op de hals, die zich daardoor bedreigd voelen in hun leidende  positie en hun macht (opmerking van Khimradj Pherai, hoelang zal dit nog duren???).

Nadat hij zes jaar in Jarganat, Rajagriha, Benares en andere heilige steden heeft doorgebracht, moet hij vluchten voor de woede van de Brahmanen, omdat hij onderwijst dat de verschillende waardering van de mensen volgens de kasten niet door God gewild is.

Opmerking van Khimradj Pherai, voorheen waren er geen Sharma, Varma.Heer Shrie Raama heette geen Raamasingh. Deze toevoegsel zijn veel later ontstaan om hun eigen materiele macht  positie te behouden of letterlijke gezegd om zich beschermen en anderen niet in de gelegenheid stellen om de vedische boeken te mogen bestuderen. Foei?? Dit is letterlijk uitschelden andermans moederschoot. Hoog en laag wordt iemand onderscheiden volgens zijn geaarheden (goedheid, hartstoch , onwetendheid en de karmische handelingen).

 

De door Notovitch gevonden teksten vertonen verbazend veel overeenkomst met de evangalieteksten, die bijvoorbeeld in de citaten – een nader karakterisering van d persoonlijkheid  van Jezus toestaan. Zo keert hij zich tegen het kastenstelsel, dat de lagere kasten van hun mensenrechten berooft, met de volgende woorden:

`God de Vader maakt geen onderscheid tussen zijn kinderen, die hem allen even lief zijn.’ En tegen het starre en onmenselijke vasthouden aan de letter van de wet, brengt hij in `dat  de wet er voor de mens is, om hem de weg te wijzen’. En hij troost  de zwakken: `De eeuwige rechter, de eeuwige Geest, die de enige en ondeelbare wereldziel vormt, zal hard optreden tegen degenen die zich zijn rechten aangematigd hebben.’ Als de priesters Issa oproepen wonderen te doen om de onbeperkte macht van zijn God te bewijzen, antwoordt hij hen:`De wonderen van onze God voltrekken zich al sinds de eerste dag dat het heelal geschapen werd; ze vinden iedere dag en ieder ogenblik plaats; ieder die ze niet ziet, is beroofd van een van de mooiste gaven van het leven.’ En als hij het gezag van de priesters in twijfel trekt, rechtvaardigt hij zich op de volgende wijze: `Zolang de volkeren geen priesters hadden, heeft het natuurlijke recht ze geregeerd en de reinheid van hun zielen bewaard.

Hun zielen bevonden zich in God, en om met de Vader te spreken, men nam niet zijn toevlucht tot bemiddeling van een  of andere afgod of een of ander dier, noch tot het vuur, zoals jullie hier doen. Jullie beweren dat men de zon en de demon van het goed en van het kwaad moet aanbidde. Ik echter zeg jullie: jullie  leer is afschuwelijk, want de zon werkt niet uit zelfzelf, maar door de wil van de onzichtbare Schepper, die haar heeft doen ontstaan en die heeft gewild dat deze ster da dag verlicht en de arbeid en het zaad van de mens verwarmt.’

Dan trekt Issa de Himalaya in naar Nepal, waar hij zes jaar verblijft en zich wijdt aan de studie van boeddhistische geschriften. De leerstellingen die hij verkondigt, zijn een voudig en helder, maar vooral ook rechtvaardig ten opzichte van d onderdrukken en zwakken, die hij de valsheid van de priesterklasse openbaart. Tenslotte trekt hij als zwerende prediker door verschillende landen naar het westen, en zijn roem snelt hem vooruit. Ook in Perzië neemt hij het op tegen de priesters, die hem op een nacht uit de stad verbannen in de hoop dat hij een prooi van de wilde zal worden. Maar de voorzienigheid laat de heilige Issa ongedeerd Palestina bereiken, en de wijzen ondervragen hem:`Wie ben je en uit welk land ben je tot ons gekomen? We hebben vroeger niet over je gehoord en we kennen je naam niet!’.

`Ik ben een Israëliet’ antwoordt Issa, `en op de dag van mijn geboorte zag ik de muren  van Jeruzalem, en ik heb de zuchten gehoord van mijn tot slaven gemaakte broeders en het geweeklaag van mijn zusters, die onder heidenen leefden. En mijn ziel was smartelijk bedroefd toen ik hoorde dat mijn broeders de ware God vergeten waren; als kind heb ik het ouderlijk huis verlaten om bij andere volkeren te verblijven. Maar nadat ik had vernomen dat mijn broeders ernstig leden, ben ik teruggekomen naar het land dat mijn ouders bewoonden, om mijn broeders het geloof van hun voorvaderen in  herinnering te brengen. Het geloof dat ons maant tot geduld op aarde, om ons daarboven het volmaakte en hoogste geluk te laten bereiken.

Hieraan aansluitend stemt de tekst op alle essentiële punten overeen met de bijbelse evangelieteksten. (Bladzijden 21 t/m 23).

 

Voor alle duidelijkheid Jezus Christus had alles in India en Nepal geleerd en hij verkondigde de ware leer Sanatana Dharma. Ook Gautam Boedh was een verkondiger van de ware leer van Sanatana Dharma. Oorsprong van de Boeddhisme vloeit voort uit de leer van Sanatana Dharma.

 

De wereldlijke bronnen

Geen ander thema op de wereld heeft de gemoederen meer bewogen dan de persoon van `Jezus van Nazaret’, over geen ander onderwerp werden zoeveel boeken geschreven, werd zo fel  en hartstochelijk gediscussierd. En toch is de persoonlijkheid van de historische Jezus in diepe duisternis gehuld. Pas aan het eind van de achttiende  en in de negentiende eeuw begonnen een paar moedige denkers met een systematisch onderzoek naar het leven van Jezus. Aan de Duitse protestantse theologie komt de eer toe historisch-kritisch het verst gevorderd te zijn . Een van de grootste onderzoekers, de arts en theoloog Albert Schweitzer, beschrijft het onderzoek van het leven van Jezus als het geweldigste dat de religieuze zelfbezinning ooit gewaagd en gedaan heeft. (bladzijde 25).

 

`Het  onderzoek van het leven van Jezus is voor de Kerk de school der waarachtigheid , een zo pijnlijk en strijdlustig vechten om de waarheid als de wereld nog noit gezien heeft.’

Tegenwoordig bestaan er meer dan 70 000 monografieën over het thema Jezus, maar met betrekking tot het onderzoek van de historische figuur zijn de resultaten van alle inspanningen bepaald teleurstellend. De bronnen die voor dergelijk onderzoek te beschikking staan, zijn bijna uitsluitend geloofsoorkonden en gaan dan ook uit van het geloof aan Jezus  als messias en de zoon van God. Werkelijk objectieve getuigenissen uit de profane literatuur bestaan er nauwelijks. Zo is de theologie tot op heden niet in staat het precieze geboortejaar van Jezus te bepalen. Hiervoor komen de jaren tussen vier en zeven voor onze jaartelling in aanmerking, echter zeker tijdens de regeringsperiode van Herodes (gest. 4 v. C.).Jeugd en puberteit blijven in de bekende evangeliën bijna volkomen buiten beschouwing, terwijl toch juist deze beslissende fase van enorm grote betekenis is voor iemands karaktervorming. Ook in de twijfelachtige berichten over de korte tijd van zijn openbare optreden worden maar weinig uren en lijdensdagen beschreven.

Voor de historici van zijn tijd schijnt Jezus bijna volkomen onbekend of op zijn minst niet vermeldenswaard. Hoe is het mogelijk dat de geschiedschrijvers van alle geweldige wonderdaden en buitengewone gebeurtenissen, waarover de evangeliën weten te vertellen, geen notitie namen?

 

Tacitus (ca. 55-120) vermeldt in zijn `Annalen” een zekere Christus, die onder keizer Tiberius door de landvoogd Pontius gekruisigd werd. Dit bericht van de grootste Romeinse historicus ontstond omstreeks 117, dus ongeveer negentig jaar na de kruising, en steund alleen op de in de tweede eeuw in omloop zijnde verhalen. Suetonius (65-135)  en Plinius de Jongere (ca . 61-114) vermelden weliswaar de sekte van de christenen,  maar ze spreken met geen woord over de persoon van Jezus. De joodse geschiedschijver Josephus Flavius publiceerde omstreeks het jaar 93 zijn imposante boek`Joodse oudheden’, een soort wereldvisie van de schepping tot aan Nero waarin hij alles opschreef wat hij als belangrijk beschouwde. Hij beschrijft Johannes de Doper, Herodus en Pilatus, en hij vertelt heel gedailleerd over de politiek en de maatschappij, maar hij gaat volledig aan Jezus voorbij. Pas in de derde eeuw ontstaat van christelijke hand een `Testimonium Flavianaum’, waarinzelfs plotseling de jood Josephus de wonderen en opstanding van Jezus bewezen zou hebben. Van een dergelijke christelijke ommekeer weten echter de kerkvaders Justinias,Tertullianus en Cyprianus nog niets, en Origines wijst er meerdere malen op dat Josephus niet in Christus geloofde. De eveneens joodse berichtgevers Justus van Tiberias was een tijdgenoot van Jezus die in Tiberias leefde, nabij Kapernaum, waar Jezus meerdere keren verbleven zou hebben. Hij schreef een omvangrijke kroniek die de periode vanaf Mozes tot zijn eigen tijd besloeg; toch vermeldde ook hij geen woord over Jezus.

Een andere joodse tijdgenoot van Jezus is de grote geleerde Philo van Alexandrië. Van hem bestaan tegenwoordig nog ongeveer vijftig geschriften. Hij is specialist voor bijbelse geschriften en joodse sekten, maar hij bericht niet over Jezus. Slechts van de verbitterde vijand  van de christenen Celsus vernemen we enkele historische feiten, die echter weinig vleiend zijn voor de  `verheven’Christus. Zijn strijdgeschrift biedt enige informatie, waar hierna nog nader op ingegaan wordt. En zo schijnt dus de verzameling geschriften van Nieuwe Testament nog steeds de enige bron voor historisch onderzoek te zijn.

(bladzijden 26/27).

 

De evangaliën

Het woord evangelie komt van het Griekse èvangelion’en betekent eenvoudig `goede (blijde) boodschap’. Dit begrip bestond al lang in de literateur voor het christendom het voor de boodschap van Jezus gebruikte. Keizer Augustus  werd al `heiland van de wereld’genoemd, en zijn geboortedag noemde men `dag van het evangelie’.

Het Nieuwe Testament bevat vier evangeliën, die naar Marcus, Matteüs, Lucas en Johannes genoemd. (bladzijde 28)

 

In de tekst van Marcus ligt duidelijk een geheim rond Jezus’ messias-zijn. Jezus laat hier niet verkondigen dat hij de messias is; hij verbiedt zelfs zijn discipelen nadrukkelijk dat te beweren (Marcus 8:30). In de tekst van Matteüs  wordt Jezus voorgesteld als de  vervolmaker van de Mozaïsche religie en als de door de profeet aangekondigde messias. (bladzijde 30).

 

Wat wij tegenwoordig christendom noemen, is een kunstmatig door Paulus gecreëerde wetgevende leer, die men beter paulinisme zou komen noemen. De godsdiensthistoricus Wilhelm Nestle drukt dat zo uit:`Het christendom is de door Paulus gestichte religie, die een evangelie over Jezus in de plaats van het evangelie van Jezus stelt.

Het  is de door Pulus gearrangeerde verkeerde opvatting en vervalsing van de werkelijke leer van Jezus. De kennis van deze verkeerde opvatting en de hierdoor in het middelpunt van het kerkelijke christendom gekomen verlossingsleer door de offerdood van Jezus, is al lang een waarheid als een koe van het moderne theologische en kerkhistorische onderzoek. `Alle mooie kanten van het christendom worden verbonden met Jezus, alle lelijke met Paulus’, aldus de theoloog Overbeck. Met de verlossingsleer door het zoenoffer van de eerstgeboerene van God voltrok Paulus de terugval  in de voorstellingswereld van de primitieve semitische religie uit de prehistorie, die van iedere vader het bloedige offer van de eerstgeborene verlangde. Paulus bereidt ook de weg voor de latere kerkleer van de erfzonde en de goddelijke drievuldigheid.  Al in het begin van de achttiende eeuw merkte de Engelse filosoof Lord Bolingbrook (1678-1751) twee volkomen verschillende religies in het Nieuwe Testament op, die van Jezus en die van Paulus. (bladzijden 34-35)

 

Verlangt juist deze Kerk niet oprechtheid van zijn aanhangers, verlangt ze niet eerlijkheid, openheid en waardheidsliefde en bedrijft zij daarbij zelf (vroom) bedrog? Wat heeft ze te vrezen? Is ze werkelijk bang  voor het zieleheil van de mens dat alleen door haar conceptie van de verlossingsleer kan worden behouden, of vreest ze heel eenvoudig het verlies van haar invloed en haar wereldlijke macht? Met alle middelen probeert ze de oplossing van het geheim van Jezus te verhinderen en iedere poging tot logische verklaringen al in de kiem te smoren. Wie Jezus was en wat hij werkelijk wilde, is duizendmaal fascinerender dan alle verhalen die over hem verzonnen zijn. Hij heeft beslist geen geïnstitutionaliseerde gevestigde Kerk gewild, waarin zich eugengereide farizeeërs sterk maken die van zich zelf beweren onfeilbaar te zijn. Jezus wilde ook zeker niemand onder bedreiging met de dood of eeuwige verdoemis met geweld tot zijn leer bekeren. Nooit heeft hij wie dan ook ertoe uitgekozen om op aarde goddelijke functies uit te oefenen. Hij zelf  heeft zich ook niet  één enkele keer de belichaming van God op de aarde genoemd. Hij heeft geen zonden vergeven en ook geen volmacht gegeven om zonden  te vergeven. Hij heeft zelfs de hulp van een `Heilige Geest’niet beloofd. Tenslotte heeft hij niet de  evangeliën gewild, anders zou hij ze zelf hebben geschreven.

 

(Opmerking van Khimradj Pherai, Heer Shrie Krishna heeft de belijders van Sanatana Dharma het boek Shrimad-Bhagavad GIETAA gegeven, om alles daaruit te bestuderen en het pad van moksha (bevrijding) te bereiken enHeer Shri Raama deed hetzelfde. Beiden hebben hun gtoot toegewijden bevrijd van de kringloop van geboorte en dood. Zelfs hadden beiden Goden oorlogen gecreeërd om de demonen te vermoordden en hen ook tevens te verlossen. Het waren spel en vermaak. Daardoor hebben de belijders van Sanatana Dharma twee belangrijke epossen overgehouden. “De Raamayana en Mahaabhaarata). Is er iets bewijsbaar van Juzus Christus. Zelfs, de geboorte, geboortetijd en plaats van beiden Goden staan in de Heilige Geschriften van Sanatana Dharma opgeschreven. Jezus Christus, die is veel later geboren. De Sri Lankabrug bestaat meer dan een miljoen jaar. Welke religie is het ouds?. We weten allemaal dat de brahmanen grove fouten hebben gemaakt. Maar door toedoen van hen en op  welk manier dan ook zijn onze HEILIGE GESCHRIFTEN  OVEREIND  gebleven. Als mens moet men leren vergeven, van hun fouten die zij nog steeds maken en vechten voor machtsbehoudt zal leiden tot ondergaan van deze mensen. God heeft ons onderscheidingsvermogen gegevens om positief te denken. Ze zijn terrein aan het verliezen).

 

Wat Jezus dus werkelijk gewild zou  kunnen hebben, zou nu alleen nog opgemaakt kunnen worden uit wat  zijn ongetwijfeld hoge moraal, diepe ethische, humane en spirituele geaardheid en opvoeding in hem geïnspireerd hebben. (Opmerking van Khimradj Pherai, wanneer de zogenaamde CHRISTENEN iets van Jezus Christus hadden begrepen, dan zouden zij diverse rassen niet uitroeien, hun land en goed afpakken voor materiële rijkdom en overal op de wereld oorlog voeren om hun macht te behouden. Wat ik geconstateerd heb dat zogenaamde  christenen niet verder dan hun neus zien. Zie maar de oorlog die zij begonnen in Iraak. De drie B’s (B  van Amerika, B van Engeland en B van Nederland. B van Nederland wil geen grondig onderzoek van foutieve beslissing die gemaakt had. Hoeveel geld kost het per dag. Er wordt gekort op voorzieningen van bewoners van Nederland, omdat het heel veel geld kost om de oorlogen te mogen voeren  . Ze hadden gedacht het is gaan en komen, maar helaas is hun missie mislukt en ze hebben het van kwaad tot erger gemaakt. Ze hadden zowel tegenstand niet verwacht. Hoelang zal het nog duren en hoeveel zal het nog kosten. De belastingbetalers worden depute van de foutieve beslissing van de zogenaamde christen.

Deze mannen noemen zich CHRISTENEN. Jezus kwam op voor de zogenaamde lage kasten(de Soedra’s) in India en nam het op tegen de brahamen van toendertijd.

 

Meer dan ooit geldt tegenwoordig de zin van Albert Schweiter uit 1913: `Het moderne christendom moet rekening houden met de mogelijkheid van het prijsgeven van de historische Jezus. En Rudolf Bultman heeft gezegd:`Het zou me helemaal niet schokken, als mennu de beenderen van Jezus’lijk zou vinden!

 

 

Ondanks zijn hoge positie is prof. Hassnain een eenvoudig, gezellig en sympathiek mens gebleven. In de loop van onze bijeenkomsten hoor ik van hem alles wat hij in de laatste vijfentwintig jaar over het verblijf van Jezus in India ontdekt heeft. Al die historische feiten, vondsten, verbanden en bwijzen blijven echter zonder de fundamentele betekenis van de nieuwste onderzoekresultaten over het leven van Jezus slechts onbegrijpelijke en schijnbaar adsurde hypothesen. Pas als het lukt rrn wetenschappelijke basis voor de ontdekking van de hoogleraar te scheppen, kan men verklaren of het inderdaad mogelijk is dat Jezus a) in zijn jeugd inderdaad in India kon komen, b) de kruising overleefd heeft en zijn lichaam niet ten `hemel’gevaren is en c) naar India terugkeerde en op hoge leeftijd in Srinagar stierf.

Zonder dit voorbereidend werk zou ieder christelijk opgevoed mens het leven van Jezus in India met een handgebaar en een medelijdend lachje afdoen.Men kan niet zo gemakkelijk ingaan tegen een bijna tweeduizend jaar oude en diep gewortelde traditie. Anderzijds hoeft ook een verhaal, alleen omdat het tweeduizend jaar lang verteld werd, nog niet de hele waarheid te zijn. (bladzijde 47).

 

Mozes en de kinderen Gods

 

De herkomst van de Hebreeën

In het recente onderzoek neemt men aan dat een zekere Abraham, stamvader van de Hebreeën, inderdaad  geleefd heeft en omstreeks het jaar 1700 voor het begin van onze jaartelling geboren werd. (opmerking van Khimradj Pherai, de naam Pherai bestaat meer dan 5000 jaar in Griekenland. Dus voor Abraham, de aartsvader van de moslims en christenen. Griekenland was een provincie van India en werd Pulindadesha genoemd.

 

De God Jahwe  beveelt hem: `Ga uit uw land en uit uw maatschap en uit  uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal.’ (Gen.12:1) Maar waar was het land van herkomst van vader Abraham?

De vroege semitische talen zijn volgens Blavatsky ontstaan uit de eerste fonetische verworming van de oude Indische taal, het Sanskriet. Zo betekent bijvoorbeeld het woord Adamis of Adima in het Sanskriet `de eerste mens’ en Hava of Heva `dat wat leven volledig maakt’. In haar boek `De geheime leer toont H.P.Blavatsky  aan dat de Hebreeën afstammen van de chandala’s, de buiten de kasten staande Indiërs. Velen van hen waren ex-brahmanen, die in Sindh, in Chaldea en in aria (Iran) hun toevlucht zochten, en die al ongeveer achtduizend jaar v

 

Voor onze jaartelling tot de A-Bra(h)m, de niet – brahmanen, behoorden. Deze Abrahm hadden zich dus al vroeg tegen de onmenselijkheden van het kastenstelsel gekeerd, maar konden zich niet staande  houden tegen de heersende brahmanen. Uiteindelijk bleef alleen de mogelijkheid over om weg te trekken. Volgens Gen.29 begeeft Abrahams zoon Jakob zich naar Laban in het land van de `zonen van het Oosten’. In het boek Jozua is eveneens beschreven dat de patriarchen van het volk Israël oorspronkelijk uit het Oosten kwamen: `Zo zegt de Here, de God van Israël: aan de overzijde der Rivier hebben oudtijds uw vaderen gewoond, Terach, de vader van Abraham en de vader van Nachor, en zij hebben andere goden gediend. Maar Ik  nam uw vader Abraham van de overzijde der Rivier, en leidde hem door het gehele land Kanaän; Ik maakte zijn nakomelingschap talrijk en schonk hem Isaak.’(Joz.24:2-3) Een aantal plaatsen in Genesis wijzen het gebied rond Haran aan als eigenlijke vaderland van Abraham. Volgens Genesis 11:32  kreeg Abraham van God  het bevel om uit zijn vaderland te vertrekken toen hij in Haran woonde. De huwelijksbemiddelaar die Abraham  uiteindelijk voor zijn zoon Isaak uitstuurt, stuurt hij naar Haran `naar mijn vaderland en naar mijn  verwanten’ (Gen.24). Dit Haran vermoedt men tegenwoordig  in het dorp Eski-Chârran in het laagland van Mesopotamië.

 

Maar tot op de dag van vandaag is er in Noord-India een kleine stad die Haran heet, een paar kilometer ten noorden van de Kashmirse hoofdstad Srinagar, waar  archeologen resten van fundamenten blootgelegd hebben  die al voor Christus gedateerd kunnen worden. Het is niet meer mogelijk de omzwervingen van deze nomadenstammen na te gaan, maar de som van alle vergelijkbare aanwijzingen laat een ondubbelzinnige conclusie toe: omstreeks 1730 voor onze jaartelling begonnen deze nomaden onder leiding van Jakob in de richting van Egypte te zweren.

De Egyptische priester en geschiedschrijver Manetho vertelt: `Uit het Oosten verschenen onverwacht mensen van lage afkomst, die moedig ons  land binnentrokken en het met  geweld in bezit namen, zonder op ernstig verzet te zijn gestoten.’ Wandschilderingen in Egyptische grafkelders tonen deze verovers duidelijk met een lichte huidkleur en zwart haar. (III.5 en 6)

De prediking van Stefanus in het evangelie De Handelingen der apostelen (Hand.7) vormt een kort overzicht dat toont hoe Abraham, de imaginaire stamvader van de joden, naar een land moest trekken dat de God van de Heerlijkheid hem wilde tonen. Via Mesopotamië `trok hij weg uit het land der Chaldeeën en vestigde zich in Haran’. Mogelijk noemden de nomadenfamilies rond Abraham de plaats in noordwest Mesopotamië, waar ze eerst voor korte tijd woonden, naar hun plaats van herkomst. Door de honger gedreven trekt de groep tenslotte verder naar Egypte, omdat Abrahams zoon Jakob gehoord had `dat er graan was in Egypte’, maar men moest al snel naar Palestina terugkeren. Hoewel Abrahams zonen Isaak, Ezau en Jacob hevige ruzie met elkaar hadden, werd de familie in de volgende generatie een stam. Jacobs twaalf zonen drongen echter vanwege een hongersnood Egypte weer binnen, waar in die tijd de Hyksos-dynastie heerste. De emigranten vestigden zich eerst alleen in de provincie Goshen.

Een semitische kolonisatie van het noordoostelijke Nijldal in die tijd is bewezen. De Hebreeën bevolken al snel het hele land en krijgen geld, invloed en macht. De uitdrukking `Hebreeërs’ betekent in bronnen uit de dertiende en veertiende eeuw voor onze jaartelling geen nationale of volksgroep, maar  onaanzienlijke mensen met minder rechten, die door de Egyptenaren uiteindelijk in dienst genomen werden en later zelfs tegen hun wil als goedkope arbeidskrachten vastgehouden  werden. Toen de Hyksos-dynastie in 1583 v. C. moest aftreden, schijnt de positie van de Hebreeën door innerlijke degeneratie en door onenigheid  sterk te zijn verslechterd. De concrete beweringen in Ex. 1:11, waar de voorvaderen van de Israëlieten aangetrokken werden voor de bouw van de steden Pithom en Ramses, laten de conclusie toe, dat Rames II (1301-1234) de farao van deze onderdrukking was. Omstreeks deze tijd verlaat dus een aantal semitische stammen onder leiding van Mozes Egypte, op zoek naar het land der vaderen, het door de God Jahwe beloofde land.

 

Manu – Manes – Minos  – Mozes

Degene die in de oertijd de Indiërs hun politieke en religieuze wetten gaf, heette Manu. De wetgever van de Egyptenaren heeft de naam Manes.

De Kretenzer die Egypte ging om de wetten te bestuderen die hij de Grieken wilde geven, was Minos.

De leider van de Hebreeuwse volkstammen en verkondiger van de tien geboden noemde zich Mozes.

Manu, Manes, Minos en Mozes  veranderden de gehele wereld. Alle vier stonden aan de wieg van invloedrijke volkeren, alle vier gaven de van dan af geldende wetten en vormden priesterlijke en theocratische samenlevingen. Dat ze alleen naar hetzelfde archetypische voorbeeld te werk gegaan zijn, wordt niet alleen door de gelijkluidende namen en de gelijkenis van de door hen gecreëerde instellingen duidelijk.

Manu betekent in het Sanskriet: een voortreffelijke man, de wetgever. De vier  namen wijzen op dezelfde Sanskrietstam. Aan het begin van elke zich ontwikkelende beschaving staan mannen die tot iets groters geroepen zijn dan hun medemensen, die de massa imponeren en superieur handelen met het oog op vooruitgang of heerschappij. Tegenover het naakte geweld dat voor de onontwikkelden als hoogste wet geldt, zoeken die geestelijke leiders het fundament van hun macht alleen in het navolgen van het hoogste wezen, dat in het geweten van allen aanwezig is. Deze mannen werden omgeven met een geheimzinnige nimbus, en hun herkomst werd verheerlijkt. `Profeten’ of `van God gezondenen’ werden ze genoemd, en ze heriepen zich op de duistere openbaringen uit de vroegste geschiedenis, die alleen zij konden verklaren. Alle fysieke verschijnselen werden onder hun bekwame handen tot verkondigingen van de hemelse macht en de toorn Gods, die ze naar wens oproepen of bedwingen. Net als Mozes beheerste ook Manu de magie – bijvoorbeeld een slang in een catatonische (bewegingloze) toestand brengen, als staf tonen en weer terug veranderen: Indische fakiers doen dit nu nog.

Manu, die zich met de brahmanen (invloedrijkste kaste) en de priesters verbond om de maatschappijstructuur van de Veda’s omver te werpen, was de  oorsprong van de neergang en vernietiging van zijn volk, dat verstikte in de verdoven heerschappij van het priesterdom.

 

 

Wie was Mozes? Dit verhaal komt overeen met Karna, zoon van Kunti en Surya en oudere broers van de Pandava’s. Hierover heb ik reeds  eerder geschreven.

De etymologie van de naam Mozes is omstreden. In het Egyptische betekent `mos’ kind of woordelijk `…… is geboren’ (b.v. Thut-moses). Bij een andere verklaring, in het Hebreeuws, kan men de naam herleiden op `mo’ (= water) en `useh’ (= redden), wat overeen zou komen met de legende van Mozes in het biezen mandje (Ex.2:10). Het is niet mogelijk een duidelijk beeld van de historische persoon te krijgen, en de overlevering levert ons een paar raadsels op. Het historische onderzoek van het Oude Testament heeft aangetoond dat Mozes in geen geval de auteur van de vijf eerste Bijbelboeken is.

De Pentateuch werd via eeuwen van mondelinge en schriftelijke overlering in zijn bekende vorm samengesteld. De niet overeenkomende woordkeus, tegenspraken, herhalingen en de verschillende theologische opvattingen doen het bestaan van meerdere bronnen vermoeden. Al schijnt ook veel in het duister van de millennia vervaagd, we weten tegenwoordig toch dat de figuur van Mozes historisch is.  We mogen aannemen dat hij aan het koninkrijk hof opgegroeid is, door priesters opgevoed werd, een hoge graad van ontwikkeling bereikte

En dat zijn invloed als staatsambtenaar tot in alle hoeken reikte. Mozes bediende zich van een merkwaardig mengsel van zuivere doctrine en merkwaardige, magische praktijken, waarin de leringen uit de Veda’s vermengd zijn met de Egyptische afgodendienst.

 

 

Er bestaan over de hele wereld meer dan tweehonderdvijftig overgeleverde sagen over overstromingen. Welke is nu echter de overstroming waarover de bijbelse teksten ons vertellen? Omdat de Indiase Veda’s en Poeraana’s met zekerheid de oudste openbaringen van de geschiedenis van de mensheid zijn, ligt het voor de hand  ook aan te nemen dat het daarin voorkomende zondvloedverhaal de eerste overgeleverde vertelling is over een overstroming. De overstroming verschijnt in hindoe-boeken slechts als een overlevering.

Volgens de voorspelling van de Heer werd de aarde bevolkt en de nakomelingen van Adamis en Heva werden al snel zo talrijk en zo boosaardig, dat ze niet meer met elkaar overweg konden. Ze vergaten God en zijn belofte en kwamen zelfs in opstand tegen God. Toen besloot de Heer (Brahma) zijn schepselen te straffen, en wel zo dat het een les kon zijn voor de overlevenden en hun nakomelingen. Hij zocht onder de mensen degene uit die hij voor de wwrdigste hield om gered te worden en het mensengeslacht in stand te houden. Zijn keus viel op Vaivasvata en hij liet hem weten wat zijn wil was. Vaivasvata redde een kleine vis, die zich later als een `avatar’ (= belichaming van een god) van Vishnu bekendmaakte, aan de heilige oever van de rivier Virim. De vis waarschuwt  de rechtvaardige man  dat de aarde op het punt staat ten onder te gaan en dat allen die haar bewonen, moeten vergaan.

Vishnu in de gedaante van de vis beveelt Vaivasvata  nu schip te bouwen, waarop hij zich met zijn familie moet begeven. Als het schip klaar is en Vaisvasvata met zijn hele familie, de zaden van de planten en een paar van alle diersoorten erop plaatsgenomen heeft begint de grote regen en de rivieren treden buiten hun oevers. Daarop stelt een grote vis met een hoorn op zijn kop zich op aan de voorsteven van de ark en de heilige man bevestigt een touw aan deze hoorn. Zo trekt de vis het schip veilig door de woedende elementen, tot  allen buiten gevaar op de toppen van de Himalaya landen. (Vergelijk Gen.6.).

Het aantal dagen dat de overstroming duurt, stemt precies overeen met het in de bijbelse verhalen genoemde aantal (veertig dagen). Blz 68.

 

 

India betekende in oude tijden een land dat ver voorbij de nu bekende geografische grenzen reikte. Tot India behoorden ook Tibet en Mongolië en het westen lag ook het huidige Iran binnen de grenzen.

 

Opmerking: Khimradj Pherai  heeft reeds eerder over twee zondvloeden in de Vedische beschaving geschreven. In bijbel is het verhaal  overgenomen. Dus de bijbel, vooral het Oude Testament bestaat uit Plagiaten uit de Heilige Geschriften van Sanatana Dharma.

Wie zijn de ware heidenen????? De plagiaat plegers.

 

Kashmir is het `beloofde land’

Volgens de informatie in de Bijbel lag het paradijs, waar de schepping van de mens plaatsvond, in het Oosten. `Voorts plantte de Here God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar  de mens, dien Hij geformeerd had.’ (Gen.2.8) Hierna wordt de geografische plaats van de Hof van Eden door de verwijzing naar de vier rivieren nog duidelijker gepreciseerd. `Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen.’ (Gen.2.10) In Mesopotamië, het twe, het tweestromenland, dat gwoonlijk als Hof van Eden beschouwd wordt, stromen echter (zoals ook de naam al ondubbelzinnig zegt) maar twee rivieren.

Daarentegen monden in het Noordindiase gebied nu zelfs vijf grote rivieren uit een reusachtig stroomgebied uit in de Indus (Sindh) en geven het land zijn naam: vijfstromendland = Punjab. Sinds 1947  is deze provincie door de staatgrens verdeeld in een Indiaas en een Pakistaans gebied. De vijf zijrivieren aan de linkerkant van de Indus heten: Jhelum, Chenab, Ravi, Beas en Sutlej. Het Punjab-gebied was het vroegste cultuurland van India ( Induscultuur ca. 3000 v.C) en archeologen vonden in Kashmir sporen van een vijfigduizend jaar  oude beschaving.

 

Namen in Kashmir                    in de Bijbel               bijbelplaats

Amal                                            Amal                           I Kron. 7:35

Asheria                                         Aser                            Gen.30:13

Attai                                             Attai                             I Kron.12:11

Bal                                                Baäl                             I  Kron.5.5

Bala                                              Bala                             Joz.19:3

Bera                                              Beëra                           I Kron. 5:6

Gabba                                           Geba                            Joz.18:24

Gaddi                                            Gaddi                           Num.13:11

Gani                                              Guni                             I Kron. 7:13

Gomer                                           Gomer                          Gen.10:2

 

 

Plaatsen in                                    provincie            bijb.naam              bijbelplaats    

Kashmir

Agurn                                            Kulgam               Agur                       Spr. 30:1

Ajas                                                Srinagar              Ajja                        Gen.36:24

Amonu                                           Anantnag             Amon                     I Kon.22:26

Amariah                                          Srinagar               Amarja                  I Kron.23:19

Aror                                                 Awantipur           Aroër                     Joz.12:2

Balputra                                           Awantipur           Baäl-Peor               Num.25:3

Behatpoor                                         Handwara           Bet-Peor                 Deut.34:6

Birsu                                                 Awantipur           Birsa                       Gen.14:2

Harwan                                             Srinagar               Haran                      II Kon. 19:12

 

Enzovoort.

 

 

De verspreiding van het boeddhisme door koning Ashoka.

Ashoka liet in heel India niet minder dan 84 000 boeddhistische kloosters oprichten en bouwde overal in zijn reusachtige rijk ziekenhuizen voor mensen en dieren. Op zijn aansporing werd het tweede boeddhistische wereldconcile van Pataliputra (het tegenwoordige Patna), de hoofdstad van zijn rijk, uitgeroepen waar duizenden monniken aan deelnamen. Volgens de opdracht van Boeddha organiseerde Ashoka de verspreiding van de boeddhistische leer en daarmee de verspreiding van de Indiase geest tot in de verst verwijderde landen. Hij verwezenlijkte de zendingsgedachte door boeddistische missionarissen niet alleen naar alle steden van India en Ceylon te sturen, maar ook via de zijderoute naar Syrië, Egypte en Griekenland. De verspreiding van de boeddhistische wet was een van de verplichtingen die de Boeddha Sakyamuni zelf zijn leerlingen opgelegd had:`Gaat, o monniken, en zwerft rond, tot nut  en tot heil van de goden en de mensen. Dat niet twee onder u dezelfde weg nemen. Predikt de leer, die weldadig is…; predikt hem naar de geest en naar de letter; bewijs in de volheid van uw reinheid de beoefening van het religieuze leven. ` Zo trokken ze dan uit, lekenaanhangers en monniken, elk van de ander afhankelijk. De monniken waren bedelaars en op de aalmoezen van d lekenaanhangers aangewezen. Ze bezaten niet meer dan wat ze aan hun lichaam droegen. Hun leven was onthouding, maar zonder ascetische strengheid. Hun voornaamste bezigheid was over de leer mediteren en zich geleidelijk van de wereldse hartstocht bevrijden.

De vereiste minimumleeftijd was zeven jaar. Dit was de leeftijd van Râhulas, de `zoon van de verhevene’, toen die in de gemeenschap intrad.

Bij de inwijding werden de nieuwe monnik de vier grondregels van het monnikenleven verklaard:

  • zich alleen van aalmoezen voeden;
  • zich met uit het stof opgenomen kleren bedekken;
  • aan de voet van bomen verblijven
  • wonden met urine van koeien genezen.

De monniken leidden zonder uitzondering een zwervend bestaan. De kanoieke verhalen vertellen over Boeddha en zijn discipelen die het hele middenste gangesbekken doortrokken, mediterend, de boeddhistische leer predikend, soms alleen, meestal echter in groepen – van stad tot stad en van dorp tot dorp.

Hier valt duidelijk de merkwaardige parallel op met de uitzending van de discipelen van Jezus die, eveneens predikend, in een laatste wanhopige poging om Israël toch nog van zijn zending te overtuigen, van plaats tot plaats trokken.

 

Het is dus heel goed mogelijk dat al in de tweede eeuw voor Christus in de buurt van Marseille Keltische boeddistische monniken hebben geleefd.

Overigens lijkt het erop dat het boeddhisme, dat veel zachter en a-politieker was dan het brahmanisme, het heel goed kon vinden met de verschillende ondringers die in die tijd in het Indus – bekken, het bovenste Ganges-bekken en in de Dekkan binnenstroomden. Dit waren de veroveringen door de Grieken van Bactrië in de tweede voor Christus en door de Scythen en de Parthen  in de eerste eeuw.

 

Was Jezus een orthodoxe jood?

In feite kan gezegd worden dat Jezus de volmaakte belichaming vormt van het juist in India ontkiemde mahayana-boeddhisme. Tot in de kleinste details herkent men in hem alle eigenschappen van een bodhisattva, zoals dat als ideaal in de derde eeuw voor Christus ontstaan was, toen het boeddhisme van de meer egoïstische monnikenreligie van de hinayana begon te veranderen in een universele religie voor de grotere massa. Het aardse bestaan van eem bodhisatta is er volkomen op gericht alle zielen op hun weg naar verlossing te brengen, op het  rechte pad dat tot bevrijding van alle aardse leed voert. Een bodhisattva is een meester die bij zijn zoeken naar verlichting al op het punt staat zelf een boedhha te worden. Hij ziet er uit  medelijden met alle onverloste zielen vanaf in de definitieve verlossing (parnirvana)  te gaan, om anderen te blijven helpen totdat alle wezens verlost zijn. Ondanks alle pogingen de ware oorsprong van de leer van Jezus te verdoezelen en ondanks het rigoureuze kanoniseren van de evangeliën,  zijnnu toch meer dan honderd passages te vinden waarin onbubbelzinnig bewezen kan worden dat zijn wortels op een oudere boeddhistische traditie berusten.

Eerst is het belangrijk om te begrijpen dat Jezus nooit de traditionele, orthodoxe jood, of zelfs een rabbi, kan zijn geweest zoals hij zo vaak afgebeeld wordt. In zijn houding tegenover de dood, de familie, de wet en de traditie blijkt hoe radicaal Jezus van het jodendom verschilt. Men kan zelfs zeggen dat Jezus alles wat voor de joodse cultuur heilig was van de mythe ontdaan heeft! Dit geldt in de allereerste plaats voor de dood en familie. In vier opeenvolgende verzen vertelt Lucas hoe ezus vrolijkheid en liefde de voorkeur geeft boven de onaantastbare begrafenisriten: `En Hij zeide tot een ander: “Volg Mij!’’ Maar deze zeide: “Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven.”

Maar Hij zeide tot hem:“Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het koninkrijk Gods.’’’ (Luc.9.59-60)

En ook familiebanden zijn van ondergeschikt belang: `En weer een ander zeide:“Ik zal U volgen, Here, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten.” Maar Jezus zeide tot hem: “Niemand, die de hand  aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods.’’ (Luc.9:61-62)

Altijd als Jezus’ leer en zijn gedrag met familiezaken te maken krijgen hebben ze de neiging om `joodse gevoelens te kwetsen tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters. Ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.’

(Luc.14:26) `Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is niet waardig.’ (Matt.10:37) Bijzonder onbegrijpelijk lijkt ons zijn gedrag tegenover  zijn eigen moeder: `Terwijl Hij nog tot de scharen sprak, zie, zijn moeder en broeders stonden buiten en trachtten Hem te spreken te krijgen. En niemand zeide tot Hem: “Zie, uw moeder en uw broeders staan buiten en trachten U  te spreken te krijgen.’’ Maar  Hij antwaardde de boodschapper  en zeide: “Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders?’’ En Hij strekte zijn hand uit over zijn discepelen en zeide: “Ziedaar mijn moeder en mijn broeders.’’’ (Matt. 12.46-49).

 

Jezus richt zich niet naar betekenisloze, nutteloze en lege wetten en overtreedt voortdurend de joodse wetten. Het demonstratieve overtreden van de sabbatwet leidt tenslotte onmiddellijk tot zijn kruisiging.

Had Jezus een, volgens de joods zeden, godvruchtig leven willen leiden, of was hij zelfs een rabbi geweest, dan had hij in ieder geval, op zijn minst op zijn al gevorderde leeftijd, ook getrouwd moeten zijn. Dit kan echter met zekerheid wordn uitgesloten, zoals ook uit Matt. 19:12 blijkt. Het zou echter dringend noodzakelijk zijn geweest dat Jezus besneden was. De besnijdenis was voorwaarde, teken en zegel van het verbond tussen Jahwe en Abraham (vergelijk Gen.17:1 en  volgende) Alleen wie zich liet besnijden mocht deelnemen aan het vieren van het Paschamaal. (Ex.12,43 en volgende; Ez. 44.9) Wie zich tegen de besnijdenis verzette, golden als verbreker van het verbond. Zijn ziel moest `uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten’ (Gen. 17:14) Op de vraag daarover van de discipelen antwoordt Jezus, dat er drie verschillende redenen voor de besnijdenis zijn, die praktisch gelijkgesteld worden met de toelichting van het ongetrouwd zijn: ten eerste de aangeboren steriliteit, ten tweede de tegen de wil van de man door anderen uitgevoerde `ontmanning’ en ten derde de ter wille van het rijk der hemelen zelf uitgevoerde besnijdenis, waarmee echter ook hier ongetrouwd zijn bedoeld is. Blijkbaar wilde of kon Jezus geen duidelijk onderscheid tussen besnijdenis en ongetrouwd zijn noemen. Hij schijnt zich zelf die vraag helemaal niet indringend gesteld te hebben. Heel beknopt antwoordt hij dan ook zijn  discipelen: `Wie het vatten kan, die vatte het.’(Matt.19:10-12)

Heel duidelijk is echter toch zijn antwoord overgeleverd in Tomas-evangelie:`Zijn discipelen zeiden hem:“De besnijdenis, is die nuttig of niet?’’ Hij zeide hen:“Als het nuttig was, zou uw vader (in de hemel) u reeds besneden verwekken in uw moeder. Maar de waarachtige besnijdenis in de geest heeft zeker nut gevonden.’’’’ (Logion 53, pl.90, 18-23) De hier  aangevoerde aanwijzingen maken vermoedelijk duidelijk dat Jezus zelf niet besneden was en dus nooit lid van de joodse geloofsgemeenschap geweest kan zijn. Het is ook bekend dat hij de Essenen alleen deze manier van geestelijke besnijdenis uitgevoerd werd en niet het lichamelijke verwijderen van de voorhuid. Zo kon Paulus dan ook zijn eis tot het opheffen van  de besnijdeniswet op het apostelconcilie tegen de jodenchristenen doorvoren.