APULIND.HUN

Khimradj Pherai

Bussumsestraat 153

2574 JG  Den Haag – Nederland

Tel: 070 -3235050 of mobiel 0642153517

E:mail:khimradjpherai@casema.nl

 

 

Het scheppingsproces

 

yat – kirtanam yat – smaranam yad – iksanam

yad – vandanam yac – chavanam yad – arhanam

lokasya sadyo vidhunoti kalmasam

tasmai subhadr -sravase namo namah

 

VERTALING

 

Laat ik mijn eerbiedige eerbetuigingen brengen aan de alze-

­gen­rijkste  zegenrijke Heer Sri Krishna, want wie Hem ver-

­heer­lijkt, zich Hem verheugt, Hem ziet, tot Hem bidt, van Hem

verneemt en Hem vereert, kan dadelijk van de terugslagen van

al zijn zonden worden bevrijd.

 

         vicaksana yac -caranopasdanat

sangam vyudasyobhayato ‘ntar-atmanah

vindanti hi brahma -gatim gata-klamas

tasmai subhadra -sravase namo namah

 

VERTALING

 

Laat me telkens opnieuw mijn eerbiedige eerbetuigingen brengen

aan de al-zegenrijke Heer Sri Krishna. Door zich gewoon aan

Zijn lotusvoeten over te geven raken de hoogst intelligen­ten

ver­lost van alle gehechtheid aan huidig en toekomstig bestaan

en naderen moeiteloos tot het geestelijke zijn.

 

         tapasvino dana-para yasasvino

manasvino mantra-vidah sumangalah

ksemam na vindanti vina yad -arpanam

tasmai subhadra-sravase namo namah

 

VERTALING

 

Laat me andermaal en opnieuw mijn eerbiedige eerbetuigingen

brengen aan de al-zegenrijke Heer Sri Krishna, omdat allen die

tot grootheid gekomen zijn in wijsheid, barmhartigheid, roem-

­rijke werken, filosofie, mystiek, het reciteren van de Veda’s

en het volgen van de Vedische beginselen, daarbij geen enkele

baat kunnen hebben als ze hun grote kwaliteiten niet in dienst

stellen van de Heer.

 

kirata-hunandhra-pulinda-pulkasa

abhira-sumbha yavanah khasadayah

ye ‘nye ca papa yad -apasrayasrayah

sudhyanti tasmai prabhavisnave namah

 

       VERTALING

 

Kirata, Huna, Andhra, Pulinda, Pulkasa, Abhira, Sumbha, Yava-

­na, vertegenwoordigers van het Khasa-ras en zelfs en verslin-

­gerd als ze zijn aan een zondig bestaan, kunnen zich louteren

wanneer ze hun toevlucht zoeken bij de toegewijden van de

Heer, dankzij Zijn almacht. Daarom wil ik Hem mijn eerbiedige

eerbetuigingen brengen.

 

                         BETEKENIS

 

Kirata: Een provincie van het oude Bharata -varsa, vermeld in

het Bhismaparva van het Mahabharata. De Kirata ’s worden over

het algemeen als oerstammen van India beschouwd. Het huidige

Santal Parganas in Bihar en Chota Nagpur zou wel eens het

gebied van de oude provincie Kirata kunnen omvatten,

Huna:  Het gebied van Oost Duitsland en een deel van Rusland

staat bekend als het land van de Huna’s. Een bergstam is ook

bekend onder die naam.

Andhra: Een provincie in Zuid India, vermeld in het Bhis­ma-

parva van het Mahabharata. Ze bestaat nog steeds onder de-

­zelf­de naam.

Pulinda: We vinden hiervan een vermelding in het Mahab­harata

(Adiparva 174.38) waar gesproken wordt van de bewo­ners van de

provincie Pulinda. Dit gebied werd veroverd door Bhimasena en

Sahadeva. De Grieken staan als Pulinda ’s bekend, en in het

Vana- parva van het Mabharata wordt verklaard dat het niet

Vedische ras van deze streek over de wereld zou komen te heer-

­sen. Het Pulinda -gebied behoorde tot de provincies van Bha-

­ra­ta en de inwoners werden als ksatriya-vorsten en de hunnen

beschouwd. Later evenwel, als gevolg van hun verzakking van de

brâhmaanse cultuur, werden ze als mlechha’s aangemerkt (zoals

moslims degenen die buiten de islamitische cultuur staan

kafirs noemen en christenen niet -christenen heidenen).

Abhira: Deze naam komt eveneens voor in het Mahabharata,

namelijk in het Sabha-parva en het Bhisma-parva. Daar wordt

gezegd dat dit gebiedt zich in Sind bevond aan de rivier de

Sarasvati. Het huidige Sind strekte zich vroeger uit tot aan

de overzijde van de Arabische Zee en men kent de inwoners van

deze provincies als Abhira’s. Ze bevonden zich in het machts-

­gebied van Mahârâja Yudhisthira. Volgens de verklaringen van

Markandeya zouden de mlechha’s van dit deel van de wereld-

eveneens over Bharata heersen. Zoals in het geval van de

Pulinda’s bleek ook dit uit te komen. Namens de Pulinda’s

veroverde Alexander de Grote India en namens de Abhira’s deed

Mohammed Ghori hetzelfde. Deze Abhira’s waren eertijds in de

brâhmaanse cultuur ksatriya’s, maar maakten zich ervan los.

De ksatriya’s die bang waren voor Parasurama en zich in het

heuvelgebied van de Kaukasus hadden verscholen raakten bekend

als de Abhira’s en men kende de streek die ze bewoonden als

Abhiradesa.

Sumbha’s of Kanka’s: De inwoners van de provincie Kanka van

het oude Bharata, vermeld in het Mahabharata.

 

Yavana’s: Yavana was de naam van een van de zoons van Maharaja

Yayati, aan wie het deel van de aarde bekend als Turkije als

koninkrijk gegeven werd. Daarom zijn de Turken als afstamme-

­lingen van Maharaja Yavana Yavana’s. Deze Yavana’s waren

aanvankelijk dus ksatriya’s, maar toen ze zich later van de

brâhmaanse cultuur afscheidden, werden ze  mleccha-yava­na’s.

Men vindt de Yavana’s beschreven in het Mababharata (Adi-parva

(85.34). Een andere vorst, Turvasu, werd eveneens Yavana

genoemd, en zijn land werd veroverd door Sahadeva, een van de

Pandava’s. De westelijke Yavana’s verbonden zich onder pres­sie

van Karna met Duryodhana in de Slag van Kuruk­setra.

Ook een voorspelling volgens welke de Yavana’s over India

zouden heersen werd bewaarheid.

 

Khasa: De inwoners van Khasadesa worden in het Mahabharata

(Drona-parva) vermeld. Onder Khasa’s worden over het algemeen

verstaan degenen wier snor niet doorgroeit. Daarom heeft de

naam Khasa betrekking op Mongolen, Chinezen en anderen wie dit

opgaat. Bovengenoemde historische namen hebben betrekking op

verschillende volkeren van de wereld. Zelfs mensen die voort-

­durend zondigen kunnen zich beteren tot het peil van volmaakte

mensenwezens als ze hun toevlucht zoeken bij de toegewijden

van de Heer. Jezus Christus en Mohammed, twee machtige toege-

­wijden van de Heer, hebben Hem op deze aarde een geweldige

dienst bewezen. Uit hetgeen Srila Sukadeva Gosvami verklaart

blijkt dat als men, in plaats van een goddeloze beschaving te

handhaven, het leiderschap over de wereld toevertrouwt aan de

toegewijden van de Heer, met het oog waarop er al een organi-

­satie is gesticht onder de naam en in de stijl van de Interna-

­tionale Gemeenschap voor Krishna Bewustzijn, de mensen overal

ter wereld door de  genade van de Heer geheel tot inkeer

komen, aangezien de toegewijden van de Heer ertoe bekwaam en

bevoegd zijn om zo’n ommekeer teweeg te brengen door de met

stof beladen geest van de mensheid te louteren. De politici

van de wereld kunnen hun positie handhaven, want de zuivere

toege­wijden van de Heer zijn geenszins in de politiek leider-

­schap met de verwikkelingen van dien geïnteresseerd..De toege-

­wijden zijn er alleen in  geïnteresseerd om ervoor te zorgen

dat de mensheid in het algemeen niet door politieke propagan­da

mis­leid wordt en dat het waardevolle mensenleven niet ver-

­kwan­seld wordt aan het in stand houden van een beschavingsty­pe

dat in de grond verdoemd is. Als de politici zich nu door de

goede raad van de toegewijden zouden laten leiden, zou er door

de louterende propaganda van de toegewijden zeker een grote

verandering in het wereldbestel teweeg worden gebracht, zoals

gebeurde in het geval van Heer Caitanya.

Sukadeva Gosvami begon zijn gebed met de woorden yat-kirtanam:

ook Heer Caitanya liet weten dat men door alleen maar de

heilige naam van de Heer te verheerlijken een gewel­di­ge inner-

­lijke ommekeer kan beleven, waardoor het volstrekte onbegrip

dat de politici onder de volkeren der mensheid hebben ge­zaaid

ineens kan worden opgeheven. Na het blussen van de brand van

het onbegrip zal er nog meer goeds gebeuren. Het gaat er uit-

eindelijk om, zoals we hier meermalen hebben be­sproken, om

terug te keren naar huis, terug naar God.

Volgens de cultus van de toegewijde dienst, welke men door-

­gaans kent als het Vaisnavisme, is niemand van God-reali­satie

uitgesloten. Een Vaisnava is mans genoeg om zelf een Kirata,

zoals hierboven vermeld, tot Vaisnava te bekeren. In de Bha-

­ga­vad-Gîtâ (1X.32) zegt de Heer dat iedereen kan worden toe-

­ge­laten tot de toegewijde dienst (zelfs laaggeboren, zoals

vrouwen, sudra’s en vaisya’s) en dat iedereen die toegewijde

wordt, naar huis en naar God mag teruggaan. De enige voorwaar­-

de waaraan men moet  voldoen is dat men zijn toevlucht zoekt

bij een zuivere toegewijde van de Heer, die de bovenzinne­lijke

wetenschap aangaande Krsna, zoals vervat in Bhagavad-gîtâ en

Srîmad-Bhâgavatam terdege kent. Waar ter wereld men ook gebo-

­ren is, als men vertrouwd raakt met de wetenschap aan­gaande

Krsna, wordt men een zuivere toegewijde, alsook geeste­lijk

leraar voor de grote massa, die men door innerlijke loutering

mag terugwinnen. Ook al is men de ergst zondaar, men kan zon-

zonder meer gelouterd worden als men geregeld met een zuivere

Vaisnava omgaat. Een Vaisana kan dus overal ter wereld bona-

­fi­de leerlingen vinden zonder dat hij daarbij op hun kaste of

geloof hoeft te letten en hen, door hen aan de reguleren­de

beginselen te onderwerpen, tot het niveau van zuivers Vaisna­va

verheffen, die boven de Brâhmaanse cultuur verheven is.

Het kastenstelsel of varnasrama-dharma is zelfs voor dege­nen

die er zogenaamd naar het leven een ongeregelde zaak gewor­den.

Het is ook niet meer mogelijk het in de huidige maatschappe-

­lijke, politieke en economisch-revolutionaire context op de

oorspronkelijke manier te laten functioneren. Dus ongeacht de

geldende gebruiken in zijn  land van herkomst, kan iemand

zonder enige belemmering op het transcendente pad, geestelijk

in de Vaisnava cultus worden opgenomen. Oplast van Heer Sri

Caitanya Mahaprabhu mag dan ook de cultus van het Srîmad-

Bhâgavatam of de Bhagavad-gîtâ overal ter wereld worden ver-

­breid, terwijl iedereen die wil meedoen erin mag worden opge-

­nomen. Deze cultuur-propaganda van de toegewijden zal beslist

gehoor vinden bij alle weldenkende en belangstellende mensen,

wat de gangbare vooroordelen in hun geboorteland ook mogen

zijn. Een Vaisnava accepteert een ander nimmers als Vaisnava

op grond van zijn geboorte, zoals hij ook nooit de murti van

de Heer in de tempel als een afgod beschouwt. Ten­einde  nu

alle twijfel in deze kwestie uit de weg te ruimen, smeekt

Srila Sukadeva Gosvami hier te zeggen af van de Heer, die hij

almachtig noemt (prabhavisnava namah)

Zoals de machtige Heer de nederige dienst van Zijn toegewij­de

in het kader van de verering van de murti in de tempel aan-

­neemt als bewezen aan Hem persoonlijk, wordt het lichaam van

een zuivere Vaisnava bovenzinnelijk, zodra hij zich onder

leiding van een bevoegde Vaisnava aan de dienst van de Heer

wijdt. De aanbeveling van de Veda’s in dit opzicht luidt als

volgt: arcye visnau sila-dhir gurusu nara-matir vaisnave

jati-buddhih sri-visnor namni sabda-samanya-buddhih enzo­voort.

 ” Men dient het tempelbeeld van de Heer niet als afgod te

be­schouwen, noch mag men de bevoegde geestelijk leraar voor

een gewoon mens aanzien. Evenmin dient men te denken dat een

zuivere Vaisnava tot een bepaalde kaste behoort.” (Padma

Purâna).

De slotsom luidt dat de Heer in Zijn almacht in alle om­stan-

­digheden waar ook ter wereld hetzij persoonlijk, hetzij op

gepaste wijze vertegenwoordigd door de geestelijk leraar,

iedereen tot Zich kan nemen. Heer Caintanya nam tal van toe-

­ge­wijden aan uit gemeenschappen buiten het varnasrama en ver-

­klaarde van Zichzelf, tot lering van ons allemaal, dat Hij tot

geen enkele kaste of maatschappelijke geleding behoort, maar

in alle eeuwigheid de dienaar van de dienaar is van de Heer,

die de jongedames van Vrndavana in stand houdt (Heer Krish­na).

Dat is de weg van de zelfverwerkelijking.

 

Hij is de Superziel en de Opperheer van alle zelfgereali­seerde

zielen. Hij is de Veda’s, de religieuze Schriften en de boete

in eigen persoon. Hij wordt aanbeden door Heer Brahma en Siva

en al degenen die geen enkele pretentie koesteren. Moge deze

Allerhoogste Absolute, aldus met eerbied en ontzag gepre­zen,

me welgezind zijn.

 

O Heer Sri Krishna, aanbiddenswaardige meester van alle toe-

­ge­wijden, beschermer en heerlijkheid van alle vorsten, zoals

Andhaka en Vrsni van het geslacht Yadu, echtgenoot van alle

geluksgodinnen, bestuurder van alle offers en derhalve leider

van alle levende wezens, meester van alle intelligente, eige-

­naar van alle zowel geestelijke als stoffelijke planeten

en allerhoogste avatara op aarde, [die in alle opzichten de

Allerhoogste bent], wees me genadig.

 

Het is de Godspersoon Sri Krishna die verlossing schenkt. Door

naar het voorbeeld van de autoriteiten onophoudelijk aan Zijn

lotusvoeten te denken, kan de toegewijde in trance de Absolu­te

Waarheid aanschouwen. De geleerde theoretici daarentegen heb-

ben hun eigen ideeën over Hem. Moge de Heer voldaan over mij

zijn.

 

Moge de Heer, die in het begin der schepping de krachtige

kennis van Brahmâ in diens hart vermeerderde en hem volkomen

inzicht aangaande de schepping en Zichzelf ingaf, en die uit

de mond van Brahman verwelt scheen te zijn, moge die Heer

voldaan over me zijn.

 

Moge de Allerhoogste Godspersoon, die de van stoffelijke

elementen geschapen lichamen tot leven wekt door Zich neer te

leggen in het heelal en die er als purusa-avatara voor zorgt

dat het levend wezen aan de zestien soorten invloeden van de

stoffelijke geaardheden, die het verwekken, onderworpen raakt,

zo goed zijn mijn verklaringen te verluchten.

 

Ik breng mijn eerbiedige eerbetuigingen aan Srila Vyasadeva,

de incarnatie van Vasudeva, die de Vedische Schriften heeft

geboekstaafd. De zuivere toegewijden drinken de nektargelijke

bovenzinnelijke kennis die uit de lotusmond van de Heer welt.

 

 

 

 

Waarde vorst, Brahmâ, de eerstgeborene, stelde Narada op diens

verzoek in kennis van dit alles, aangezien de Heer het recht-

­streeks meegedeeld had aan Zijn zoon, die vanaf zijn geboorte

met de Vedische kennis verzadigd werd.

 

Verzen van hoofdstuk vier van het tweede canto van het Srî-

­mad-Bhâgavatam, getiteld “Het scheppingsproces”.

 

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

Khimradj Pherai